27967 |
knikken |
vouwen:
fáwǝ (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Zolder])
|
Gezegd van een stijl die door te zware belasting doorbuigt. [N 95, 357; monogr.]
II-5
|
22363 |
knikker |
huif:
hyf (L286p Hamont),
spølə meͅ də hyvə (L286p Hamont),
, /
huven (L286p Hamont, ...
L286p Hamont,
L286p Hamont),
B.v. Kom, we guen mè de huven speulen!
huuf (L286p Hamont),
Uit het Waals hîfe. Zie dr. J. Leenen: Feestbundel H.J. Van de Weyer, deel II, blz. 113-120.
hy(3)̄f (L286p Hamont),
knikker:
Zie ook HUIF en KLOS.
knekər (L286p Hamont)
|
/ [SND (2006)] || Huif: (lemen) knikker. || Huif: knikker. || Jongens spelen met de knikkers. [ZND 01u (1924)] || Knikker. || Knikker: de kleine (van steen of glas). [ZND 16 (1934)] || knikkers [SND (2006)]
III-3-2
|
22361 |
knikkeren |
huiven:
huven (L286p Hamont),
B.v. Gi hoeft nè/nie te huven, as ge nè tigge verlies kunt!
huvən (L286p Hamont),
Kom, we gaan huiven.
hy(3)̄və (L286p Hamont),
knikkeren:
Zie ook HUIVEN en KLOSSEN.
knekərə (L286p Hamont),
met de huiven spelen:
spølə meͅ də hyvə (L286p Hamont)
|
Huiven: knikkeren. || Huiven: met de knikkers spelen. || Jongens spelen met de knikkers. [ZND 01u (1924)] || Knikkeren. || Lievelingsspel 2. [SND (2006)]
III-3-2
|
22719 |
knikkeren: met grote knikkers ~ |
klossen:
B.v. Guen we nog-es klossen? Zie ook huiven.
klossən (L286p Hamont),
We gaan eens klossen (met kloskens spelen).
kloͅsə (L286p Hamont)
|
Klossen (II): met kloskens spelen. || Klossen: knikkeren.
III-3-2
|
22471 |
knikkers laten rollen |
trullen:
B.v. Hij trulde de huven (knikkers) achterie-j-en wèg.
trullən (L286p Hamont),
Hij trulde de knikkers achtereen weg.
trølə (L286p Hamont)
|
Trullen: lan[g]zaam en voorzichtig rollen, doen rollen. || Trullen: rollen, doen rollen.
III-3-2
|
17784 |
knipogen |
een oogje knippen:
n eugske knippen (L286p Hamont),
een oogje pitsen:
ən ø͂ͅchskə petsən (L286p Hamont),
plimperen:
Vernl. plimperen.
pleemperen (L286p Hamont)
|
knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)] || knipperen met de ogen
III-1-1
|
25080 |
knoeien, morsen, bevuilen |
besmodderen:
besmodderen (L286p Hamont),
besmoddərən (L286p Hamont),
vuil maken:
vul moaken (L286p Hamont)
|
bevuilen [ZND 32 (1939)]
III-4-4
|
19316 |
knoeier |
lapzwans:
VD "vent van niks
làpswans (L286p Hamont)
|
nietswaardige kerel
III-1-4
|
19076 |
knoest |
knoest:
knust (L286p Hamont)
|
knoest
III-4-3
|
21001 |
knoflook |
bol look:
nə bōͅl lūək (L286p Hamont),
knoflook:
knoflouf (L286p Hamont)
|
look [ZND 01 (1922)]
I-7
|