32635 |
meerscharige ploegen |
drieschalmenploeg:
dręi̯sxɛlǝm[ploeg] (L286p Hamont)
|
Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.]
I-1
|
21273 |
meester |
meester:
mɛstər (L286p Hamont)
|
(school)meester [RND]
III-3-1
|
28066 |
meester-opzichter |
chef-porion:
šɛf-pǝrjõ̜n (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Op elke verdieping is een chef-opzichter of meester-opzichter aangesteld. Hij voert het bevel over de opzichters. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 235]
II-5
|
24210 |
meeuw algemeen |
meeuw:
mø͂ͅuw (L286p Hamont)
|
meeuw
III-4-1
|
22458 |
mei |
meiboom:
Ss. sub mei.
meiboom (L286p Hamont),
Sub richtens: De mèèiboe-w-em stued-aal op t daak, t-sal binnekort richtes zien!
mèèiboe-w-əm (L286p Hamont)
|
[Meiboom]. || Meiboom.
III-3-2
|
33337 |
meid, dienstmeid |
meid:
mɛi̯t (L286p Hamont)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24582 |
meidoorn |
haagdoorn:
zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd
hāxdōrən (L286p Hamont),
meidoorn:
zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd
mɛ̄jdōrən (L286p Hamont)
|
haag- of meidoorn, met rode bloemen [ZND 24 (1937)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
mulder:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
møͅldər (L286p Hamont)
|
meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
20309 |
meisje |
dribbelendraai:
ook voor kleine ineengedrongen vrouwkes gebruikt
dribbələndréj (L286p Hamont),
kind:
klén kéénd (L286p Hamont),
krabbedetje:
ook voor kleine ineengedrongen vrouwkes gebruikt
krabbədəkən (L286p Hamont),
maagdje:
klén méchjə (L286p Hamont),
mèchjən (L286p Hamont),
mèchtje (L286p Hamont),
mèchtsje (L286p Hamont),
méchjə (L286p Hamont),
vrouwtje:
klén vròwkə (L286p Hamont)
|
klein meisje [ZND 11 (1925)] || maagdje || meisje [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
18637 |
meisjespantalon met kanten pijpen |
boks met een kantje:
boͅks me ə keͅntiə (L286p Hamont)
|
meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)]
III-1-3
|