e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meerscharige ploegen drieschalmenploeg: dręi̯sxɛlǝm[ploeg] (Hamont) Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.] I-1
meester meester: mɛstər (Hamont) (school)meester [RND] III-3-1
meester-opzichter chef-porion: šɛf-pǝrjõ̜n (Hamont  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Op elke verdieping is een chef-opzichter of meester-opzichter aangesteld. Hij voert het bevel over de opzichters. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 235] II-5
meeuw algemeen meeuw: mø͂ͅuw (Hamont) meeuw III-4-1
mei meiboom: Ss. sub mei.  meiboom (Hamont), Sub richtens: De mèèiboe-w-em stued-aal op t daak, t-sal binnekort richtes zien!  mèèiboe-w-əm (Hamont) [Meiboom]. || Meiboom. III-3-2
meid, dienstmeid meid: mɛi̯t (Hamont) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn haagdoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  hāxdōrən (Hamont), meidoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  mɛ̄jdōrən (Hamont) haag- of meidoorn, met rode bloemen [ZND 24 (1937)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] III-4-3
meikever mulder: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;  møͅldər (Hamont) meikever [ZND 01 (1922)] III-4-2
meisje dribbelendraai: ook voor kleine ineengedrongen vrouwkes gebruikt  dribbələndréj (Hamont), kind: klén kéénd (Hamont), krabbedetje: ook voor kleine ineengedrongen vrouwkes gebruikt  krabbədəkən (Hamont), maagdje: klén méchjə (Hamont), mèchjən (Hamont), mèchtje (Hamont), mèchtsje (Hamont), méchjə (Hamont), vrouwtje: klén vròwkə (Hamont) klein meisje [ZND 11 (1925)] || maagdje || meisje [ZND 11 (1925)] III-2-2
meisjespantalon met kanten pijpen boks met een kantje: boͅks me ə keͅntiə (Hamont) meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)] III-1-3