e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op hol slaan op hol slaan: ǫp hǫl slōǝ.n (Hamont) Aan het hollen gaan, niet meer aan het commando gehoorzamen. [JG 1a, 1b; N 8, 81f] I-9
op hopen zetten opperen: ǫpǝrǝ (Hamont) Het bijeenwerken in hopen die aanzienlijk groter zijn dan heukelingen, maar nog niet zo groot als oppers. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de hoop, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van ø...ŋ verwezen naar de woordtypen van het lemma ''hoop, tussen heukeling en opper''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''hoop, tussen heukeling en opper''.' [N 14, 107] I-3
op oppers zetten, opperen heukelen: hø̄.kǝlǝn (Hamont) Het bijeenwerken in de grootste soort hooihopen, oppers, die in het veld en direct op de grond, worden gemaakt; ze kunnen wel tot 3 meter hoog worden opgezet. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de opper, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van ø...ŋ verwezen naar de woordtypen van het lemma ''opper''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''opper''.' [N 14, 111; JG 1a, 1b; monogr.] I-3
op rijen zetten op rijen trekken: ǫp [rijen] trękǝ(n) (Hamont), op rijtjes trekken: ǫp [rijtjes] trękǝn (Hamont), rijen trekken: [rijen] trękǝ(n) (Hamont) Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.] I-3
op ruiters zetten, ruiteren ruiteren: rø̜̄i̯tǝrǝn (Hamont) Het bijeenzetten van het gedroogde hooi op houten stellages, doorgaans ruiters of bokken genoemd (zie het lemma ''hooiruiter''), zodat het zonder in contact met de bodem te staan, verder kan drogen, voordat het van het veld naar de boerderij wordt gebracht. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de hooiruiter, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van ø...ŋ verwezen naar de woordtypen van het lemma ''hooiruiter''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''hooiruiter''.' [N 14, 113b; JG 1b add.] I-3
op stelten lopen op stelten lopen: də jòŋə luəpə op steͅlte (Hamont), də jòŋəs lūəpə op steͅlte (Hamont), Sub stelt: De kinderen liepen op stelten.  op stēͅltə lopen (Hamont) [Op stelten lopen]. || De jongens lopen op stelten (stok met voetplankje). [ZND 07 (1924)] III-3-2
opbrengst van een aardappelstruik bos: bǫs (Hamont) Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19] I-5
openbare verkoop koopdag: kopdaag (Hamont), kopdag (Hamont), ps. omgespeld volgens Frings.  koͅpdāx (Hamont), publieke verkoop: ps. omgespeld volgens Frings.  pyblikə vərkūp (Hamont), uitverkoop: oetverkoip (Hamont) Hoe heet een openbare verkoping bij opbod? [ZND 41 (1943)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbroek met linten open boks: ōpə boͅks (Hamont), snelzeiker: sneͅlzēͅikər (Hamont), Vroeger. Uit snel + zeiken.  snelzèèiker (Hamont) open vrouwenonderbroek || vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] || vrouwenbroek met lange pijpen en een te openen voorstuk III-1-3
opgewarmde koffie oude beut: Syst. Frings  au̯ə bø̄t (Hamont, ... ), oude larie: Syst. Frings  au̯ə leͅri (Hamont), oude lierie: Syst. Frings  au̯ə liri (Hamont) Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)] III-2-3