21515 |
proces-verbaal |
proces-verbaal:
ge kricht ə proseͅs vərboͅ[ə}l (L286p Hamont),
gé kriegt ē proces-verboël (L286p Hamont),
ze maken och ē proces-verboal (L286p Hamont)
|
Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
28011 |
produktiegereed |
klaar:
klǭr (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Maurits])
|
Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198]
II-5
|
17742 |
proeven |
proeven:
prūūven (L286p Hamont),
pryvən (L286p Hamont, ...
L286p Hamont)
|
proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
19272 |
profiteren |
gebruik maken:
van de gelegenheid gebruik maken (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
profiteren:
prófĭĕtêêrə (L286p Hamont),
van de kaans profiteeren (L286p Hamont)
|
profiteren || Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
ploem(en), plymke (L286p Hamont)
|
Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
klinken (L286p Hamont)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22310 |
proppenschieter |
propjesschieter:
/
prupkesschieter (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
rabuis:
en robbəs (L286p Hamont),
robb`s (L286p Hamont),
ən robəs (L286p Hamont),
B.v. Kunde mich gènne robbes maken?
robbəs (L286p Hamont),
Uit roerbus? (tautologie van buis + pijp). J.L. Pauwels, HCDT XXV, 1951, blz. 338.
roͅbəs (L286p Hamont)
|
Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)] || proppenschieter [SND (2006)] || Robbus: proppenschieter.
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
broodkast:
brūədkas (L286p Hamont),
broodschap:
bruədsxap (L286p Hamont),
kast:
kas (L286p Hamont),
keukenkast:
køkənkas (L286p Hamont),
schap:
sxāp (L286p Hamont)
|
een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)] || spinde [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
18403 |
pruik |
pruik:
pry(3)̄k (L286p Hamont)
|
pruik
III-1-3
|
20911 |
pruim |
pruim:
proem (L286p Hamont),
prum (L286p Hamont),
prum* (L286p Hamont),
reine claude (fr.):
cf Pauwels, Aarschot, p.135, 138 en 189.
regəlōət* (L286p Hamont),
sjiek:
siek (L286p Hamont)
|
[ZND 34 (1940)]pruim || pruim, soort || tabakspruim
I-7, III-2-3
|