19778 |
sering |
kruidnagel:
2x
kruidnagel (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
kruinegel (L286p Hamont),
syringa vulgaris; cf Pauwels "omdat elke bloemknop op en gedroogde kruidnagel lijkt
krø̄ināgəl (L286p Hamont),
kruinagel:
syringa vulgaris; cf Pauwels "omdat elke bloemknop op en gedroogde kruidnagel lijkt
krø̄ināgəl* (L286p Hamont),
pinksterbloem:
-
pinksterbloem (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
pinksterbloem (L286p Hamont),
ook: "pioen
pēŋksərbum (L286p Hamont),
pēŋksərbum* (L286p Hamont)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
21256 |
servituut |
veldpaadje:
e veldpèjken (L286p Hamont),
veldweg:
veldweeg (L286p Hamont),
ənnə v(tm)ldwēg (L286p Hamont)
|
Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
18681 |
sierlijke omslagdoek |
neusdoek:
nøzək (L286p Hamont)
|
omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20879 |
sigaar |
sigaar:
segââr (L286p Hamont),
sigōͅər (L286p Hamont)
|
sigaar [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
20569 |
sigarenpijpje |
spitje:
spitje (L286p Hamont)
|
sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24242 |
sijs |
sijsje:
seͅiskə (L286p Hamont),
seͅjsʔə (L286p Hamont)
|
sijs [ZND m]
III-4-1
|
17752 |
sik |
sikje:
sikskə (L286p Hamont)
|
Een sikje (puntig baardje aan de kin). [ZND 06 (1924)]
III-1-1
|
28694 |
sikkel |
zekel:
zē.kǝl (L286p Hamont)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
27650 |
silicose, stoflongen |
stoflongen:
(enk)
stǫflǫŋ (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Zwartberg])
|
Stoflongziekte. Bij mijnwerkers voorkomende beroepsziekte, bestaande in het afzetten van steenstof in de longen. [N 95, 962; N 95, 963; monogr.]
II-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsien (L286p Hamont, ...
L286p Hamont,
L286p Hamont)
|
sinaasappel [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|