e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sering kruidnagel: 2x  kruidnagel (Hamont, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  kruinegel (Hamont), syringa vulgaris; cf Pauwels "omdat elke bloemknop op en gedroogde kruidnagel lijkt  krø̄ināgəl (Hamont), kruinagel: syringa vulgaris; cf Pauwels "omdat elke bloemknop op en gedroogde kruidnagel lijkt  krø̄ināgəl* (Hamont), pinksterbloem: -  pinksterbloem (Hamont, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  pinksterbloem (Hamont), ook: "pioen  pēŋksərbum (Hamont), pēŋksərbum* (Hamont) sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)] I-7, III-4-3
servituut veldpaadje: e veldpèjken (Hamont), veldweg: veldweeg (Hamont), ənnə v(tm)ldwēg (Hamont) Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)] III-3-1
sierlijke omslagdoek neusdoek: nøzək (Hamont) omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)] III-1-3
sigaar sigaar: segââr (Hamont), sigōͅər (Hamont) sigaar [ZND 32 (1939)] III-2-3
sigarenpijpje spitje: spitje (Hamont) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
sijs sijsje: seͅiskə (Hamont), seͅjsʔə (Hamont) sijs [ZND m] III-4-1
sik sikje: sikskə (Hamont) Een sikje (puntig baardje aan de kin). [ZND 06 (1924)] III-1-1
sikkel zekel: zē.kǝl (Hamont) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
silicose, stoflongen stoflongen: (enk)  stǫflǫŋ (Hamont  [(Eisden)]   [Zwartberg]) Stoflongziekte. Bij mijnwerkers voorkomende beroepsziekte, bestaande in het afzetten van steenstof in de longen. [N 95, 962; N 95, 963; monogr.] II-5
sinaasappel appelsien: appelsien (Hamont, ... ) sinaasappel [ZND 40 (1942)] III-2-3