21422 |
stelen, scheefslaan |
scheefslaan:
schēͅfslōͅn (L286p Hamont)
|
Hij heeft het in t geheim weggenomen (gemeenzame uitdrukkingen als "scheefslaan, pikken"enz). [ZND 01u (1924)]
III-3-1
|
25966 |
stellingmolen |
molen mee een galerij:
mø̄ǝlǝ męj ǝn kɛldǝręj (L286p Hamont),
stenen molen:
stejǝnǝ mø̄lǝ (L286p Hamont)
|
Een hoge stenen molen met een zwichtstelling er rond omheen vanwaaraf onder meer de stand van de kap kan worden veranderd en de vang wordt bediend. Zie ook afb. 9. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32e; A 42A, 53; Sche 6; N O, 32j]
II-3
|
32686 |
stelmechanismen aan de ploeg |
bouten:
bǫu̯.tǝ (L286p Hamont),
diepteregelaar:
diptǝrēgǝlǝr (L286p Hamont),
diepteregeling:
diptǝrēgǝleŋ (L286p Hamont),
schroef:
sxruf (L286p Hamont),
stelijzer:
stęlīzǝr (L286p Hamont),
verstelijzer:
vǝrstęlīzǝr (L286p Hamont)
|
Aan een ploeg zijn verschillende mechanismen of onderdelen te onderscheiden, die dienen om de diepte en breedte van de voor, alsmede de stand van de werkende delen van de ploeg te regelen. Naar de benamingen hiervoor werd niet in het hele gebied ge√Ønformeerd. Mede daarom werden de betrokken gegevens in één lemma bijeengezet. De regelende onderdelen in kwestie zijn hieronder per soort nader toegelicht. Men vergelijke het vorige lemma. [N 11, 31.IV.d; N 11, 32b; N 11A, 93b + 98a + 98d; JG 1a; monogr.]
I-1
|
22367 |
stelt |
stelt:
inne stelt (L286p Hamont),
De kinderen liepen op stelten.
stēͅltə (L286p Hamont)
|
Stelt. [Willems (1885)]
III-3-2
|
19522 |
stenen pot, keulse pot |
pot:
pot (L286p Hamont),
poͅt (L286p Hamont)
|
een stenen pot (hard gebakken, blauwgrijs) [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
32971 |
stengel, steel |
steeltje:
stelkǝ (L286p Hamont),
stengel:
stɛŋǝl (L286p Hamont)
|
Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
25195 |
sterx |
ster:
stēͅr (L286p Hamont)
|
ster [ZND 07 (1924)]
III-4-4
|
20341 |
stiefkinderen |
stiefkinder:
stĭĕfkendər (L286p Hamont)
|
stiefkinderen [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
20340 |
stiefmoeder |
stiefmoeder:
stifmudər (L286p Hamont)
|
stiefmoeder [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
20339 |
stiefvader |
stiefvader:
stifvoͅdər (L286p Hamont)
|
stiefvader [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|