id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
26145 | bouten | borstbouten: bǫwtǝ (Neeritter, ... ), heknagels: bǫwtǝ (Thorn), ontlasting hebben: boute (Weert), Bargoens, sterft uit. bòute (Tongeren), pinnen: bōtǝ (Lummen, ... ), spikken: bǫu̯tǝ (Maaseik), steenspie: bōtǝn (Paal), stelknoppen: bø̜jt (Nunhem), (enk) bǫwt (Limbricht), stelmechanismen aan de ploeg: bǫu̯.tǝ (Hamont), strengbeugels: bouten (Leuken) I-1, I-10, I-4, II-12, II-3, III-1-1 |