e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spikken beurzen: bursǝn (Middelaar), blees: blē̜ǝ.s (Boekhout), bousters: bousters (Broekhuizen, ... ), bǫu̯stǝrs (Geistingen, ... ), bouten: bǫu̯tǝ (Maaseik), buisterkes: buisterkes (Urmond), graan met potjes: graan met potjes (Zelem), huisjes: hø̜i̯skǝs (Montfort), kafpellen: kafpɛlǝ (Paal), klijen: klē̜ǝ (Wellen), klīǝ (Beek), monniken: mønikǝ (Holtum), mønǝkǝ (Munstergeleen, ... ), mø̜nǝkǝ (Grevenbicht / Papenhoven), mǫnǝkǝ (Urmond), spikken: spekǝ(n) (Alken, ... ), spi.kǝ (Herderen, ... ), spikǝ (Aalst, ... ), špekǝ (Horn), špikǝ (Banholt, ... ), (enkelv)  spek (Boorsem, ... ), špek (Guttecoven, ... ), špik (Klimmen, ... ), spiktarwe: spe.ktɛrǝf (Beverst, ... ), veisters: vęi̯.stǝrs (Neerpelt), vlimmen: vlømǝ (Baexem, ... ), vlęmǝ (Hasselt) Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.] I-4