30735 |
verflaag |
laag verf:
lǭx ˲vɛ̃rǝf (L286p Hamont)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfrommelen (L286p Hamont),
vĕrfrommələn (L286p Hamont)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeet-mij-nietje (L286p Hamont),
vergèt-me-nietje (L286p Hamont)
|
vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|
20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwèrmen (L286p Hamont)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
tes oͅpgəslāgən (L286p Hamont)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjaardag (L286p Hamont),
vərjōͅərdāch (L286p Hamont)
|
Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)] || Verjaardag.
III-3-2
|
34171 |
verkeerd liggen |
verkeerd liggen:
verkeerd liggen (L286p Hamont)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrejə (L286p Hamont),
vrijen (L286p Hamont)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrejə (L286p Hamont),
vrijen (L286p Hamont)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
18001 |
verkillen |
kittelen:
min vy(3)̄t kitələ (L286p Hamont)
|
mijn voeten killen (kittelen van de kou) [ZND 01u (1924)]
III-1-2
|