e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bol bol: bǭl (Hamont  [(meervoud: bø̜l)]  ) Het met behulp van de trekzaag afgezaagde stuk boomstam, dat de lengte van een klomp heeft. In Neeroeteren (L 368) werd de schors met behulp van een schilbeitel (šęlbęjtǝl) van de bollen verwijderd. [N 97, 45] II-12
bolle wangen ronde wangen: roͅn waŋə (Hamont), roͅn waŋən (Hamont) wang: bolle wangen [toetwange, zwabberkaken, volle maan] [N 10 (1961)] III-1-1
bolster van de okkernoot bast: bəst (Hamont), bolster: bolster (Hamont) bolster (van) [ZND 33 (1940)] I-7
bomgat, spongat bom: bǫm (Hamont), spon: spon (Hamont) De opening in de zijwand van een vat, waardoor het gevuld kan worden. Zie ook het lemma ɛspongatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48a; N 6, 4; L 7, 28; A 36, 3a; monogr.] II-12
bonkelaar van het staakijzer bonkelaar: bøntǝlǝr (Hamont) Liggend wiel met op de buitenrand rechtopstaande kammen, dat in sommige windmolens in plaats van het rondsel aan het bovenste uiteinde van het staakijzer bevestigd is. Zie ook afb. 60. Een aantal woordtypen is mogelijk ook van toepassing op een horizontaal wiel waarbij de tanden in het verlengde van de cirkelstraal staan. [N O, 14h; A 42A, 13; N O, 41g; A 42A, 55] II-3
bont als apart kledingstuk pels: pēͅls (Hamont, ... ), ənə pêls (Hamont), als in être  ənə pêls (Hamont) bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)] || pels (door dames om de hals gedragen) [ZND 40 (1942)] III-1-3
bont en blauw slaan blauw en bont slaan: blaouw ɛn bunt Xəslagən (Hamont), paars en blauw slaan: pers en blauw geslagen (Hamont, ... ), pēͅrs en blauw geslage (Hamont) bont en blauw geslagen [RND] || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2
bont geruite langwerpige omslagdoek neusdoek: nøzək (Hamont) omslagdoek, bont geruite langwerpige (stola-achtige) ~ voor meisjes [bonte nuzzik] [N 25 (1964)] III-1-3
bonte koe met rode kop roodkop: rūtkǫp (Hamont) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a] I-11
bonte specht, specht specht: spēͅxt (Hamont, ... ), speͅxt (Hamont) specht [ZND 07 (1924)] III-4-1