21268 |
volk (mensen) |
volk:
folk (L286p Hamont)
|
volk [RND]
III-3-1
|
28292 |
volle wagen |
volle wagen:
vǫlǝ wāgǝ (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Maurits])
|
[N 95, 673b; monogr.]
II-5
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
biǝr (L286p Hamont),
bēr (L286p Hamont),
bē̜r (L286p Hamont),
bīr (L286p Hamont)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
26529 |
vonderbalk, pasbrug |
vonder:
vonder (L286p Hamont)
|
De horizontale balk, als onderdeel van de houten licht, waar het pasblok van het staakijzer (in watermolens) of de kleine spil (in windmolens) op rust. Zie ook afb. 85. [N O, 23b; A 42A, 26; Vds 105; Jan 143; Coe 127; Grof 150; N D, 21; A 42A, 22]
II-3
|
19412 |
vonk |
vonk:
vōŋk (L286p Hamont, ...
L286p Hamont,
L286p Hamont)
|
vonk || vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-2-1
|
20174 |
voogd |
momber:
mommər (L286p Hamont),
mombor, momboor
momber (L286p Hamont),
voogd:
voocht (L286p Hamont),
vóógd (L286p Hamont)
|
voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] || voogd over een minderjarige
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
foppen:
fòppə (L286p Hamont),
voor de zot houden:
fur də zòt ààwə (L286p Hamont)
|
foppen || voor de zot houden
III-1-4
|
19767 |
voordeur, huisdeur |
voordeur:
vø̄ərdø̄ər (L286p Hamont)
|
voordeur
III-2-1
|
17747 |
voorhoofd |
kop:
de oâren van zienen kop (L286p Hamont),
ster:
Vernl. ster.
staer (L286p Hamont),
sterretje:
steͅrkən ? (L286p Hamont),
voorhoofd:
də ōͅrən van zi v"rhy(3)̄`ət (L286p Hamont),
vørhyət (L286p Hamont)
|
de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || Een groot voorhoofd. [ZND 08 (1925)] || hoofd, voorhoofd || ster (voorhoofd) [ZND 07 (1924)]
III-1-1
|
34101 |
voorklauw |
klauw:
klǭu̯w (L286p Hamont)
|
Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b]
I-11
|