id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18152 | wijdbeens lopen | de benen uiteen sporen: biən utiən spērən (Hamont), bīən utīən spä:rən (Hamont), met de benen van het lijf lopen: me də bīən vant līf (Hamont) | lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2 |
20852 | wijn | wijn: wīēn (Hamont) | wijn [RND] III-2-3 |
20825 | wijnazijn | wijnazijn: winazin (Hamont) | wijnazijn [ZND 08 (1925)] III-2-3 |
33524 | wijnstok, wingerd | druif: drūf* (Hamont) | druif I-7 |
19281 | wijs | wijs: wīēs (Hamont) | wijs III-1-4 |
17667 | wijsvinger | wijsvinger: wisfengər (Hamont), wisfeŋər (Hamont) | wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1 |
24277 | wilde eend | eend: ēnt (Hamont) | eend III-4-1 |
17576 | wilde hoofdharen | weerkop: weͅrkoͅp (Hamont), wä:rkoͅp (Hamont) | hoofdharen, wilde ~ [vliechhaar] [N 10 (1961)] III-1-1 |
34026 | wilde koe | wilde koe: wel [koe] (Hamont) | Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11 |
24611 | wilde roos (hondsroos, enz.) | hondsroos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok honsroe’s (Hamont), hontsrōəs (Hamont), wilde roos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok weͅl ruəs (Hamont) | egelantier [ZND 01 (1922)] III-4-3 |