34288 |
voerschep |
scheppan:
sxē̜ppan (Q002p Hasselt),
sxęppan (Q002p Hasselt)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
17777 |
voet |
voet:
voə.t (Q002p Hasselt)
|
voet [ZND m]
III-1-1
|
23185 |
voetbal |
voetbal:
Eng. football.
foetbal (Q002p Hasselt),
Niet vouë.tba.l.
voetbal (Q002p Hasselt)
|
Voetbal.
III-3-2
|
22627 |
voetballen |
voetballen:
foetballe (Q002p Hasselt)
|
Lievelingsspel 5. [SND (2006)]
III-3-2
|
19486 |
voetbankje |
bankje:
beͅŋkskə (Q002p Hasselt)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
19812 |
voetenbankje |
voetbankje:
voetbenkske (Q002p Hasselt)
|
Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
33732 |
voetgangershek |
draaigaard:
drājgār (Q002p Hasselt)
|
Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in één lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.]
I-8
|
18089 |
voetjicht |
flerecijn:
flerəsēn (Q002p Hasselt),
pootje:
pītšə (Q002p Hasselt)
|
voetjicht [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
17778 |
voetzool |
bal:
bal (Q002p Hasselt),
zool:
zeul (Q002p Hasselt),
zeuël (Q002p Hasselt)
|
hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)]
III-1-1
|
24268 |
vogel, algemeen |
gevogelte:
geveegelte (Q002p Hasselt),
geveugelte (Q002p Hasselt),
gevêgeltje (Q002p Hasselt),
vogel (mv.):
veu.gel (Q002p Hasselt),
vēūgel (Q002p Hasselt)
|
gevogelte [Willems (1885)], [ZND 35 (1941)] || vogel [Willems (1885)]
III-4-1
|