e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

Gevonden: 5340
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dronken zat: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  zoat (Hasselt) dronken [ZND 01u (1924)] III-2-3
dronken zijn turelud zijn: lud, luid uitspr. lêêd betekent drinkster b.v. kaffelêêd: koffiezuipster  turelud zijn (Hasselt) zat, bedronken zijn III-2-3
droog blijven t blijft over]: ət trik ēͅvər (Hasselt) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4
droog weer droog: drieg (Hasselt), drīēch (Hasselt) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) sti drix (Hasselt), (de koe) sti drīx (Hasselt), drīxstǭn (Hasselt) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte drogendheid: dry(3)̄gənteͅit (Hasselt), droogte: dreugte (Hasselt), driechte (Hasselt), driegte (Hasselt), drijdə (Hasselt), drīgte (Hasselt) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
droogzolder bloemzolder: blūmzǫldǝr (Hasselt) De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c] II-1
drop klissap: klesap (Hasselt), zie ook znd 1u,45a  klisap (Hasselt), koolputters: keue.lpètter (Hasselt), startel: startels (Hasselt, ... ) drop [ZND 01 (1922)] || drop (kalissie) [ZND B1 (1940sq)] || lintdrop || veterdrop || zwarte mannetjes van drop als snoepgoed III-2-3
dropwater klissap: klissap (Hasselt), klissapwater: klissapwá.ter (Hasselt) drop, ingedikt sap, aftreksel van zoethout || zoethoutwater III-2-3
druilerig en koud weer ellendig (weer): eͅleͅndeͅx (Hasselt), miezerig (weer): məzērix wīr (Hasselt), nat (weer): nā.t (Hasselt), t blijft over]: riəgəleͅxtəx (Hasselt), check spellinJK correct overgenomne; Hasselt Wb geeft voor regen: rieëring  rīreŋextex (Hasselt), twijfelachtig: twēͅfəleͅxteͅx (Hasselt) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] || druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [ZND m] III-4-4