20635 |
dronken |
zat:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m
zoat (Q002p Hasselt)
|
dronken [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|
20622 |
dronken zijn |
turelud zijn:
lud, luid uitspr. lêêd betekent drinkster b.v. kaffelêêd: koffiezuipster
turelud zijn (Q002p Hasselt)
|
zat, bedronken zijn
III-2-3
|
25232 |
droog blijven |
t blijft over]:
ət trik ēͅvər (Q002p Hasselt)
|
droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25128 |
droog weer |
droog:
drieg (Q002p Hasselt),
drīēch (Q002p Hasselt)
|
droog [DC 45 (1970)], [RND]
III-4-4
|
34156 |
droogstaan |
droogstaan:
(de koe) sti drix (Q002p Hasselt),
(de koe) sti drīx (Q002p Hasselt),
drīxstǭn (Q002p Hasselt)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|
25129 |
droogte |
drogendheid:
dry(3)̄gənteͅit (Q002p Hasselt),
droogte:
dreugte (Q002p Hasselt),
driechte (Q002p Hasselt),
driegte (Q002p Hasselt),
drijdə (Q002p Hasselt),
drīgte (Q002p Hasselt)
|
droogte [ZND 33 (1940)]
III-4-4
|
25479 |
droogzolder |
bloemzolder:
blūmzǫldǝr (Q002p Hasselt)
|
De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c]
II-1
|
20554 |
drop |
klissap:
klesap (Q002p Hasselt),
zie ook znd 1u,45a
klisap (Q002p Hasselt),
koolputters:
keue.lpètter (Q002p Hasselt),
startel:
startels (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
drop [ZND 01 (1922)] || drop (kalissie) [ZND B1 (1940sq)] || lintdrop || veterdrop || zwarte mannetjes van drop als snoepgoed
III-2-3
|
20565 |
dropwater |
klissap:
klissap (Q002p Hasselt),
klissapwater:
klissapwá.ter (Q002p Hasselt)
|
drop, ingedikt sap, aftreksel van zoethout || zoethoutwater
III-2-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
ellendig (weer):
eͅleͅndeͅx (Q002p Hasselt),
miezerig (weer):
məzērix wīr (Q002p Hasselt),
nat (weer):
nā.t (Q002p Hasselt),
t blijft over]:
riəgəleͅxtəx (Q002p Hasselt),
check spellinJK correct overgenomne; Hasselt Wb geeft voor regen: rieëring
rīreŋextex (Q002p Hasselt),
twijfelachtig:
twēͅfəleͅxteͅx (Q002p Hasselt)
|
droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] || druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [ZND m]
III-4-4
|