33525 |
druiventros |
druiventros:
dreuventros (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
[ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)]
I-7
|
17941 |
druk heen en weer lopen |
rondvliegen:
roͅntfleͅigə (Q002p Hasselt)
|
lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18509 |
drukknoop |
pitser:
z. ook o. nijpen. Zie ook afb. p.120.
pitser (Q002p Hasselt)
|
drukknoopje
III-1-3
|
19274 |
drukte, gedoe |
ambras:
z.o. rats
ambras (Q002p Hasselt),
zoeveel ambras ma.ke vir zoe¯n bagatel Fr. embarras
ambras (Q002p Hasselt),
beschaar:
scheldw.; cf. Schuermans s.v. "beschar"= hetzelfde als bescheer, ophef, pralerij (Antw.)
beschaa.r (Q002p Hasselt),
veel beschaa.r ma.ke: veel omhaal maken; cf. Schuermans s.v. "beschar"= hetzelfde als bescheer, ophef, pralerij (Antw.)
beschaa.r (Q002p Hasselt)
|
ambras, drukte || drukte
III-1-4
|
19275 |
druktemaker |
ambrasmaker:
ambrasma.ker (Q002p Hasselt),
beschaarmaker:
cf. Schuermans s.v. "beschar"= hetzelfde als bescheer, ophef, pralerij (Antw.)
beschaa.rmaker (Q002p Hasselt)
|
druktemaker
III-1-4
|
28660 |
druphoning |
druphoning:
drɛphø̄ǝneŋ (Q002p Hasselt)
|
Honing die verkregen wordt door de volle raten in een warm vertrek op een zeef te leggen of ze in een fijne neteldoek langs een warme kachel (L 416) te hangen. De honing laat men uitlekken om ze vervolgens op te vangen. De raten moeten daartoe wel eerst ontzegeld zijn. [N 63, 116a; JG 1a; monogr.]
II-6
|
25133 |
druppel |
drup:
drēp (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
dreͅp (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
drèp (Q002p Hasselt),
drəp (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
druppel:
drèppel (Q002p Hasselt),
drôûppel (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
drup, plaats waar druppels vallen || druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || druppel, druppeltje
III-4-4
|
25108 |
druppen, druppelen |
druppen:
drəpə (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
32866 |
dubbel gezwad |
dobbel gezwad:
dǫbǝl [gezwad] (Q002p Hasselt)
|
De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94]
I-3
|
33731 |
dubbel sierhek |
grille:
grel (Q002p Hasselt)
|
Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6]
I-8
|