19931 |
fitting |
socket:
sokkè (Q002p Hasselt)
|
fitting
III-2-1
|
23264 |
flambouw |
flambouw (<fr.):
flambeu (Q002p Hasselt),
ien flambeu (Q002p Hasselt),
lantaarn (<fr.):
ēn lantjān (Q002p Hasselt),
tweede a dof en gerekt
latjan (Q002p Hasselt),
tweede an Fr. en
lantjan (Q002p Hasselt)
|
Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|
30800 |
flank |
flanken:
fla.ŋkǝ (Q002p Hasselt)
|
Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10]
I-9
|
18648 |
flaphoed |
flambard (fr.):
flabār (Q002p Hasselt),
flābār (Q002p Hasselt)
|
flaphoed, slappe hoed met brede luifel [flambaar(hoed)] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20838 |
flauw |
flauw:
fleu (Q002p Hasselt),
floo (Q002p Hasselt),
flou (Q002p Hasselt),
flø (Q002p Hasselt),
weps:
webs (Q002p Hasselt),
weps (Q002p Hasselt),
weͅps (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
meer gebruikt voor een flauwe persoon
weps (Q002p Hasselt)
|
meeps (flauw van smaak) [ZND 01 (1922)], [ZND 31 (1939)] || zoutloos, flauw
III-2-3
|
18010 |
flauwvallen |
af vallen:
afvallen (Q002p Hasselt),
flauwvallen:
flauw vallen (Q002p Hasselt),
klabats neervallen:
klabbaats (Q002p Hasselt),
knots neervallen:
knots (Q002p Hasselt),
van zijn klot af gaan:
van zenne klot afgaan (Q002p Hasselt),
van zijn klot vallen:
van zenne klot vallen (Q002p Hasselt),
van zijn sus vallen:
van zenne sus vallen (Q002p Hasselt),
van zənə søs valə (Q002p Hasselt)
|
een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)] || het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || in bezwijming vallen [ZND B1 (1940sq)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
28043 |
flens |
bourrelet:
bɛrle (Q002p Hasselt)
|
Een soort kraag aan het uiteinde van pijpen of buizen waardoor deze met behulp van bouten gas- en waterdicht aan elkaar bevestigd kunnen worden. Zie ook het lemma ɛflensɛ in WLD deel II.5, pag. 131.' [N 64, 121a; monogr.]
II-11
|
20525 |
flensje |
eierkoek:
eerkoek (Q002p Hasselt)
|
eierstruif
III-2-3
|
19288 |
flikflooien |
fletsen:
ook materiaal znd 23, 55
flēͅtə (Q002p Hasselt)
|
flikflooien [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18021 |
fluim |
fluim:
flēm (Q002p Hasselt),
grochel:
ən krochəl (Q002p Hasselt)
|
fluim [ZND 23 (1937)], [ZND m]
III-1-2
|