34172 |
goed liggen |
goed:
guǝt (Q002p Hasselt),
gǫu̯ǝt (Q002p Hasselt),
goed liggen:
goed liggen (Q002p Hasselt)
|
Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51]
I-11
|
33826 |
goed uit de weg kunnend |
rap:
rap (Q002p Hasselt),
vierkantig:
vɛi̯.ǝrkantex (Q002p Hasselt)
|
Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d]
I-9
|
33919 |
goedaardige droes |
droes:
drūǝs (Q002p Hasselt)
|
Een infectieziekte in de keelstreek die vooral jonge paarden aantast. Tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte verloopt ongeveer èèn week. Dan treedt koorts op, gepaard met ontsteking van het neusslijmvlies, waarbij veel slijm wordt afgescheiden, dat na enkele dagen etterig wordt. Typisch voor deze ziekte is de klierzwelling tussen de beide takken van de onderkaak; snel wordt de gezwollen klier dan week, verettert en breekt door. Gewoonlijk verloopt de ziekte goedaardig. [A 48A, 28b; N 8, 89 en 90a; N 52, 15b, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
19834 |
goede kamer, ontvangkamer |
salon:
salo͂ͅ (Q002p Hasselt)
|
salon
III-2-1
|
34120 |
goede vleeskoe |
goedgevleesde:
gutgǝvlizdǝ (Q002p Hasselt),
soortkoe:
sǭrtkø̜ (Q002p Hasselt),
vleeskoe:
vlīskø̜̄ (Q002p Hasselt)
|
Breedgebouwde en goed in het vlees zittende koe. [N 3A, 141b]
I-11
|
33024 |
goede- opbrengst geven |
lukken:
lukken (Q002p Hasselt),
opbrengen:
ǫbreŋǝ (Q002p Hasselt)
|
Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39]
I-4
|
19102 |
goedheid |
goedigheids:
doa koem dzje ni vaar bèè, bè dee gouëtichèds: met goedheid geraak je niet ver
gouëtichèds (Q002p Hasselt),
ook materiaal znd 24, 20
yoətəxeͅts (Q002p Hasselt),
te goed:
ook materiaal znd 24, 20
viel te goejd (Q002p Hasselt)
|
goed(ig)heid || goedheid [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
da es guje koejp (Q002p Hasselt),
das gō ə kup (Q002p Hasselt),
das gūjəkup (Q002p Hasselt),
guejekōēp (Q002p Hasselt)
|
Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] || goedkoop [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21512 |
goedkoopst |
bestekoop:
bēͅsdəkup (Q002p Hasselt),
bèste koejp (Q002p Hasselt),
goedkoopste:
guekupst (Q002p Hasselt)
|
goedkoopst [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
22657 |
goedkoopste rang in een schouwburg |
uil:
èèl (Q002p Hasselt)
|
Uil: 3. Engelenbak, schellinkje.
III-3-2
|