33182 |
inleggen (in een voor) |
inleggen:
ęnlęgǝ (Q002p Hasselt),
leggen:
lęgǝ(n) (Q002p Hasselt)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19524 |
inmaakpot |
zuurmoeskroeg:
zuərmuəskrūx (Q002p Hasselt)
|
pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20906 |
inmaken |
opleggen:
oplègge (Q002p Hasselt)
|
inleggen, inmaken (vruchten, groenten, haring)
III-2-3
|
21650 |
inmijner? (wbd) |
bieder:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə bēi̯jər (Q002p Hasselt),
strooien man:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə stūjəman (Q002p Hasselt)
|
Heeft men voor de persoon bedoeld in de vorige vraag nog een bepaalde naam? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25607 |
inschieten |
inleggen:
enlęgǝ (Q002p Hasselt),
inschieten:
ensxęjtǝ (Q002p Hasselt),
ęnsxi-jtǝ (Q002p Hasselt),
ęnsxīǝtǝ (Q002p Hasselt),
insteken:
ęnstīǝkǝ (Q002p Hasselt)
|
Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d]
II-1
|
25236 |
inslaan, van de bliksem gezegd |
inslaan:
ēͅnslōͅn (Q002p Hasselt),
ēͅnslø͂ͅn (Q002p Hasselt),
eͅuslo͂ͅn (Q002p Hasselt)
|
inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
34001 |
inspannen |
inspannen:
e.nspanǝ (Q002p Hasselt)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
28556 |
interen |
voorraad opeten:
fø̜rrǭt opētǝ (Q002p Hasselt)
|
Het aanspreken van de voorraad voedsel door de bijen, die in wintertros bij elkaar hangen. [N 63, 54c]
II-6
|
20378 |
introuwen |
introuwen:
è.ntrôên (Q002p Hasselt)
|
introuwen
III-2-2
|
25589 |
invetten |
insmeren:
ęnsmīrǝ (Q002p Hasselt)
|
Blik, vorm of plaat invetten om aankleven van het deeg te voorkomen. [N 29, 38a; monogr.]
II-1
|