32681 |
klemmateriaal |
spij/spie:
spę̄ (Q002p Hasselt)
|
Met allerlei materialen werden kouter, voorschaar en voorsteun van de ploeg op de ploegbalk vastgezet. Hierdoor bleven deze onderdelen verwisselbaar of verstelbaar. Welk materiaal men gebruikte, blijkt uit de opgaven. [N 11, 31.III.b; N 11A, 140b]
I-1
|
18626 |
klep (van pet) |
klep:
klep (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
klĕp (Q002p Hasselt)
|
klep van een pet [luif, luifel] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18200 |
klepbroek |
klepbroek:
klepbruk (Q002p Hasselt),
kleͅbruk (Q002p Hasselt)
|
broek met een sluitklep aan de voorkant [klepboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23215 |
klepel |
klep:
klèp (Q002p Hasselt),
klepel:
de klepel van de klok (Q002p Hasselt),
də klēpəl (Q002p Hasselt)
|
De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] || De klepel van een klok [bengel?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21353 |
kletsen |
babbelen:
Van Dale: babbelen, 1. veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten; (schoolt.) met elkaar praten van leerlingen onder de les; -2. praatjes verkopen, kwaadspreken; -3. keuvelen, gezellig praten; -4. (gew.) uit de school klappen; -5. (in litt. t.) een geluid maken dat aan babbelen doet denken.
babbelen (Q002p Hasselt),
kazelen:
cf. WNT: sub wielewalen (I), 3. (Gewest.) Onsamenhangende taal of onzin uitslaan; steeds van gespreksonderwerp wisselen; wauwelen, kletsen, zeuren. [...] kazelen, zeuren (Maasen en Goossens).
kazele (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
klamanderen:
klamandere (Q002p Hasselt),
klemandere (Q002p Hasselt),
Hasselt Wb. (pag. 222): *klamanderen: z.o. kletsen.
klamanderen, klama.ndere (Q002p Hasselt),
Hasselt. (IV, 118)
klamanderen (Q002p Hasselt),
kletsen:
Van Dale: kletsen, 1. (minacht.) praten of met elkaar spreken als iets hinderlijks of vervelends; -2. met of onder elkaar babbelen, beuzelpraatjes houden, hetzij ongunstig (wauwelen) of in neutrale bet., gemoedelijk praten; - in ongunstige zin spreken (over), ongegronde dingen zeggen, kwebbelen; [3.] overbrengen, oververtellen, klikken; 4. roddelen, kwaadspreken; -5. onzin verkopen, bazelen.
kletse (Q002p Hasselt),
zeveren:
hi zievert (Q002p Hasselt),
hiej zievert (Q002p Hasselt),
Van Dale: zeveren, (gew.), 2. flauwe praat verkopen; -zaniken.
zievere (Q002p Hasselt),
zieveren (Q002p Hasselt)
|
Hoe zegt ge "hij vertelt onnoozelen praat (of leugens)"? [ZND 40 (1942)] || klenjeren, trakken en truggelen, kazelen en hangen blijven || kletsen || praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)] || zij praten, kletsen, babbelen de hele dag [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
21549 |
kletsen [onnozele praat vertellen] |
onnozele kal vertellen:
(h)ieje vertèlt onnzeele kal (Q002p Hasselt)
|
Hoe zegt ge "hij vertelt onnoozelen praat (of leugens)"? [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
33997 |
kletsoor |
klansoor:
klanzou̯ǝr (Q002p Hasselt),
klesoor:
klęzūǝr (Q002p Hasselt)
|
Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14]
I-10
|
21337 |
kletswijf |
babbelkous:
n babbelkoas (Q002p Hasselt),
kletswijf:
e kletswijèf (Q002p Hasselt),
moeswijf:
`t zijn moeswijven (Q002p Hasselt)
|
Hoe heet een vrouw die veel babbelt [ZND 27 1938)] || zij praten, kletsen, babbelen de hele dag [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
25029 |
kleurx |
couleur (fr.):
koleer (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
kleur:
kleer (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
kleur (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
klēr (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
31704 |
kliefhamer |
kliefhamel:
klifhāmǝl (Q002p Hasselt),
kloofhamel:
klē̜ ̝fhāmǝl (Q002p Hasselt)
|
De zware, houten hamer met lange steel die samen met de kliefbijl wordt gebruikt om hout te klieven. De kop van de hamer is volgens de respondent uit Eygelshoven (Q 119) versterkt met ijzeren banden (īzǝrǝ bɛŋ). De kliefhamer wordt onder meer gebruikt door de timmerman, de wagenmaker, de klompenmaker en de kuiper. Zie ook afb. 4.' [N E, 8a; N G, 40c; N 53, 128; N 75, 133c; A 29a, 1; monogr.]
II-12
|