e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
legnest hennennest: hinǝnę.s(t) (Hasselt), legnest: lę.kne.s (Hasselt), lę.knę.st (Hasselt) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
lei lei: en lei (Hasselt), lei (Hasselt), ’n lê (Hasselt) Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lei(en) lei(en): laj (Hasselt) Een lei, de leien op het dak van de kerk [laj, lajje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
leiden dekken: dɛkǝ (Hasselt), leiden: lēi̯ǝ (Hasselt), lēǝ (Hasselt) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
leien dak leien dak: lęjǝn dāk (Hasselt), schaliën dak: sxaldjǝ dāk (Hasselt) Met leien gedekt dak. Zie ook de lemmata 'Rijndak' en 'Maasdak'. [L 37, 26c; N 79, 5 add.] II-9
lek geworden verrateld: vǝrrātǝlt (Hasselt), vǝrrǭtǝlt (Hasselt) Een lek in een vat of ton wordt meestal veroorzaakt door uitdroging van het hout waardoor de banden los gaan zitten en de duigen en bodemplanken niet meer tegen elkaar aan sluiten. [N E, 52] II-12
lelie (lilium) il: cf TWb  ie.ltsj (Hasselt) lelie III-2-1
lelietje-van-dalen bosieletje: bosie.ldzjes (Hasselt), -  bósieldzjes (Hasselt), alleen in register  bòszillekes (Hasselt) lelietje-van-dalen [DC 57 (1982)] III-4-3
lemmer het scherp: m.  sxɛ̄rp (Hasselt), lemmer: tlɛmər (Hasselt), lemmet: o.  leͅmət (Hasselt) snijblad van een mes (lemmer, lemmet) [N 20 (zj)] III-2-1
lende lee: lee (Hasselt), leen (Hasselt), lē (Hasselt), lende: lende (Hasselt), lendə (Hasselt), leng (Hasselt), lèndje (Hasselt) lendenen [ZND 01 (1922)] || lendenen [lenge, leene, leende] [N 10 (1961)] III-1-1