18659 |
lee |
andere nachtkleding:
betekenis: kleed tot aan de navel, met knopen vooraan, vooral bij de oude mensen WNT: lee (II), 1) Lenden -> 2) Vandaar: het deel van een kleed dat de lenden omsluit. - Ook, meest in verkleinvorm: lijfje, vrouwenjak.
lɛ.i (P222p Opheers),
bovenstuk van een jurk:
WNT: lee (II), 1) Lenden -> 2) Vandaar: het deel van een kleed dat de lenden omsluit. - Ook, meest in verkleinvorm: lijfje, vrouwenjak.
lee (K357p Paal),
lej (Q156p Borgloon),
lē (K357p Paal),
damesblouse:
WNT: lee (II), 1) Lenden -> 2) Vandaar: het deel van een kleed dat de lenden omsluit. - Ook, meest in verkleinvorm: lijfje, vrouwenjak.
leiə (P107a Rummen (WBD)),
getailleerd colbert:
WNT: lee (II), 1) Lenden -> 2) Vandaar: het deel van een kleed dat de lenden omsluit. - Ook, meest in verkleinvorm: lijfje, vrouwenjak.
lē (K361p Zolder),
jak:
WNT: lee (II), 1) Lenden -> 2) Vandaar: het deel van een kleed dat de lenden omsluit. - Ook, meest in verkleinvorm: lijfje, vrouwenjak.
leij (P115p Duras, ...
P107a Rummen (WBD)),
lēi (Q156p Borgloon),
lè: (P179p Aalst-bij-St.-Truiden),
lee, maat van 200 m2:
lee (Q015p Stein),
leej (Q035p Brunssum),
leij (Q095p Maastricht, ...
L374p Thorn),
1 klein roe = ± 20,70 M2 1 groëte roew = 20 klein roewe 1 mörrege = 5 groëte roewe 1 boender = 4 mörrege 1 zil = 5 groëte roewe
lee (Q111p Klimmen),
lende:
de lee (L353p Eksel),
de lēje (Q162p Tongeren),
də lē (K359p Koersel),
in mijn lee (K360p Heusden),
lee (L353p Eksel, ...
L286p Hamont,
Q002p Hasselt,
K314p Kwaadmechelen),
leejə (P055p Kermt),
leen (Q002p Hasselt),
lei (Q074p Kortessem),
lej (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
lejə (Q162p Tongeren),
leën (K318p Beverlo),
lē (Q002p Hasselt, ...
L414p Houthalen,
K353p Tessenderlo),
lē: (P179p Aalst-bij-St.-Truiden),
lēen (P176p Sint-Truiden),
lēi (L282p Achel),
lēj (Q072p Beverst, ...
K317p Leopoldsburg,
L314p Overpelt,
L313p Sint-Huibrechts-Lille),
leͅin (P048p Halen),
leͅən (L372p Maaseik),
lii̯er (Q089p Martenslinde),
liən (L282p Achel),
lè (P175p Gingelom),
lèje (L360p Bree),
léj (K278p Lommel),
lë.i (Q001p Zonhoven),
pain én de leeje (Q162p Tongeren),
peen in de lei (P186p Gelinden),
pēͅn ən mən lē (P050p Herk-de-Stad),
peͅin eͅmən lēən (Q071p Diepenbeek),
pien in de lai-jen (L420p Rotem),
pien in m`n lee (L314p Overpelt),
pijn aan de lee (P176p Sint-Truiden),
pijn ĕn dĕ lēĕn (Q071p Diepenbeek),
pijn in men lee (P058p Stevoort),
pijn inne leeën (K359p Koersel),
pijn inne lēē (L352p Hechtel),
pijən in de leeə (P117p Nieuwerkerken),
pijən in də lɛ (P051p Lummen),
pin i mɛn lee (K318p Beverlo),
pin ən min lēj (L286p Hamont),
pījn in ne leen (K357p Paal),
pɛjn in də le (K317p Leopoldsburg),
lenden
le (P176b Bevingen),
lies:
lee (L320p Hunsel),
lieë (Q162p Tongeren),
middenrif:
{l:}
lè (L353p Eksel),
scharnier:
lē (K353p Tessenderlo)
II-9, III-1-1, III-1-3, III-4-4
|
|