e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loeien van de koe in het algemeen blaten: blē̜tǝ (Hasselt), keken: kiǝkǝ (Hasselt), kīǝkǝ (Hasselt), kreunen: krɛnǝ (Hasselt) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loeien van de koe om het kalf zeuren: zeuren (Hasselt) In N 3A, 5b is gevraagd naar "Hoe noemt men het loeien van de koe om het kalf?". De antwoorden van de respondenten komen in grote mate overeen met die op de vraag naar 'het loeien van de koe in het algemeen" (zie lemma 6.1, "loeien van de koe in het algemeen'). Woordtypen die niet in dat lemma voorkomen, maar wel in dit lemma zijn: [N 3A, 5b] I-11
loeien van de koe van honger grommelen: grommelen (Hasselt) In N 3A, 5b is gevraagd naar "Hoe noemt men het loeien van de koe van honger?". De antwoorden van de respondenten komen in grote mate overeen met die op de vraag naar 'het loeien van de koe in het algemeen" (zie lemma 6.1, "loeien van de koe in het algemeen'). Woordtypen die niet in dat lemma voorkomen, maar wel in dit lemma zijn: [N 3A, 5d] I-11
loeien van de koe van pijn keken: kīǝkǝ (Hasselt), kermen: kęrǝmǝ (Hasselt), steunen: stø̄ǝnǝ (Hasselt) [N 3A, 5e] I-11
loenje teugel: tē.gǝl (Hasselt) Dubbele band die aan weerszijden van het bit vastgemaakt is, maar slechts tot achter de nek van het paard reikt (cf. definitie van lemma Teugel). Achter aan deze riem is het kordeel vastgemaakt. [JG 1b; N 13, 31] I-10
loeren loeren: louərə (Hasselt), lonken: lonken (Hasselt), luŋkə (Hasselt), Bet: achterdochtig, bespiedend kijken.  loenken (Hasselt), Bet: gemelijk, heimelijk loeren.  loenke (Hasselt), Bet: heimelijk loeren.  loenke (Hasselt), staren: stare (Hasselt) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] || lonken (uitspraak en betekenis) [ZND 37 (1941)] III-1-1
lof lof: ət luf (Hasselt) het lof [RND] III-3-3
lokkorf lokkorf: lɛkkɛrf (Hasselt) Korf door de imker geplaatst om zwermen van anderen te roven. Hiervoor smeert hij de korf in met bijvoorbeeld rozenhoning (Gelens 1963, pag. 11), waarop speurbijen afkomen. Overigens plaatst men ook wel eens zo''n lokkorf, als men een bijenvolk uit een hoge boom moet halen. Dan is er geen kwade opzet. Maar evengoed kunnen er zwermen van andere imkers op afkomen. Het materiaal waarmee een dergelijke korf wordt ingewreven, kan zijn: vlierblaren (K 353, L 210, 265, 289, 414, 416, Q 3, 19, 019), bladeren van zwarte bessen (L 381b, Q 15, 197, 197a), lokhoning (L 215a, 289), suiker of suikerwater (K 317a, L 289, 428), gras (L 246, 289, P 176, Q 113) en geplette darren (Q 253). Notebladeren (L 333) dienen soms om andere lucht te verdrijven en niet zozeer om te lokken. Het plaatsen van lokkorven of spiekorven is in imkerkringen een daad van onfatsoen. Door het gildewezen werd dit zwaar gestraft. [N 63, 68a; N 63, 68b] II-6
lolly lekstek: lekstek (Hasselt) lolly III-2-3
lomp paard karhengst: karheŋst (Hasselt) [JG 1a; N 8, 62h] I-9