34227 |
melkstoeltje |
melkstoel:
męlǝkstou̯ǝl (Q002p Hasselt),
mɛ̄lǝkstōl (Q002p Hasselt)
|
Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.]
I-11
|
17624 |
melktanden |
melktanden:
melktaan (Q002p Hasselt),
melktanden (Q002p Hasselt),
melktandjes:
meləktentšəs (Q002p Hasselt)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19930 |
melkzeef |
zijg:
zęi̯gǝ (Q002p Hasselt),
zijger:
zɛgǝr (Q002p Hasselt)
|
Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.]
I-11
|
33554 |
meloen |
meloen:
melouën (Q002p Hasselt),
məlaən (Q002p Hasselt)
|
[ZND m]meloen
I-7
|
19137 |
menen |
menen:
mēnə (Q002p Hasselt),
ouderen: mene Iech (h)aa nog ¯ns mȉne te belle: Ik had er nog aan gedacht je te bellen
mīēne (Q002p Hasselt)
|
menen || Menen. [ZND m]
III-1-4, III-3-1
|
33072 |
menneke, binnenste deel van het hok |
kruis:
krē̜s (Q002p Hasselt)
|
Het groepje van boven aaneengebonden schoven die in het midden van een hok staan. Kruis heeft wel betrekking op de werkwijze de middelste vier schoven, waar de andere schoven omheen staan, in een kruisvorm te zetten. Deze vier schoven worden niet overal aan elkaar gebonden. Zie afbeelding 7. [N 15, 32a; JG 1d, 2d; Goossens 1963, krt. 37; monogr.]
I-4
|
20470 |
menstruatie |
regels:
re.gels (Q002p Hasselt)
|
menstruatie
III-2-2
|
24212 |
merel |
blaan:
blon (Q002p Hasselt),
blōͅ.n (Q002p Hasselt),
blōͅn (Q002p Hasselt),
blōͅən (Q002p Hasselt),
blôn (Q002p Hasselt),
blön (Q002p Hasselt),
cf Wb. Hasselt
blōͅn (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
uit *mlaan; merlaan
bloa.n (Q002p Hasselt),
merel:
merel (Q002p Hasselt)
|
merel [DC 50b (1975)], [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)], [ZND B2 (1940sq)] || merel (25,5 overal bekend; man zwart met gele bek; pop zwak-gevlekt bruin; mooie zang; kooivogel; vergelijk met spreeuw [031] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17563 |
merg |
merg:
merg (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt),
meͅ.rəch (Q002p Hasselt),
meͅrg (Q002p Hasselt)
|
het merg (in de beenderen) [ZND 31 (1939)] || merg [ZND m] || merg (O.) [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
33548 |
mergkool |
mergkool:
vlezige kool, als veevoer gebruikt
me.rregkīēl (Q002p Hasselt)
|
mergkool
I-7
|