e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nog in het ei zittend kipje kiekje: kikskǝ (Hasselt) [N 19, 40a] I-12
noodbed, kermisbed paljas: paljas (Hasselt), paljas par terre: paljas par tèèr (Hasselt), pəljas pər tèr (Hasselt) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1
noodklok sirene (<fr.): sirène (Hasselt) De noodklok, brandklok, alarmklok. [N 96A (1989)] III-3-3
noodvoederen bijvoeren: bijvoeren (Hasselt) Het voederen aan het einde van de winter, als de bijen door hun eigen voorraad heen zijn en het nog te koud is om zelf honing te halen. Volgens de informant van L 333 is dit bijvoeren uit den boze en mag het eigenlijk niet voorkomen. [N 63, 110b; Ge 37, 194; monogr.] II-6
noot noot: néút (Hasselt) noot [DC 47 (1972)] III-2-3
nootmuskaat muskaat: meskoat (Hasselt), muskaatbloem: meskoatbloem (Hasselt), notemuskaat: nee.temeskoat (Hasselt), neue.temeskoat (Hasselt) de bloesem van de muskaatboom, eertijds als worstvulling gebruikt || muskaat || notenmuskaat III-2-3
nosema nosema: nosema (Hasselt) Ziekte die de darm van de bij aantast. De nosema-bacil is een darmparasiet of zwakteparasiet. Deze parasiet wordt in de hand gewerkt door stuifmeelgebrek. Deze bacil vormt sporen die in honing verblijven en door de bijen bij de voeding worden ingenomen. Bij hun tocht door de darm ontwikkelen deze sporen zich weer tot bacil. In de darm vermenigvuldigen ze zich zeer snel. De besmette bijen sterven dan ook al na twee à drie dagen. Bestrijding in zeer ernstige gevallen door afzwavelen en verbranden van het volk. Ook andere, chemische bestrijding is mogelijk. [N 63, 71; N 63, 71a] II-6
notariskosten schrijfgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  sxrēͅfgeͅlt (Hasselt), tsxrēͅfgeͅlt (Hasselt), ət sxrēͅfxeͅlt (Hasselt) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
noten afslaan afbeugelen: aafbeugele (Hasselt), afpinkelen: aafpienkele (Hasselt) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
nylonkous nylonkous: nelø͂ͅkoͅsə (Hasselt), nilōͅ kōͅsə (Hasselt) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3