33334 |
pachtersvrouw |
pachterse:
paxtos (Q002p Hasselt)
|
[S 27, Wi 2; monogr.]
I-6
|
24362 |
pad |
pad:
pad (Q002p Hasselt),
pat (Q002p Hasselt)
|
pad [Willems (1885)], [ZND B2 (1940sq)]
III-4-2
|
33037 |
pad aanmaaien |
voorzichten:
vērzi.xtǝ (Q002p Hasselt)
|
Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b]
I-4
|
24534 |
paddestoel (alg.) |
champignon:
šampeljoŋs (Q002p Hasselt),
eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040
champignons (Q002p Hasselt),
champiljong (Q002p Hasselt),
schampion (Q002p Hasselt),
kampernoel:
kàmpernoele (Q002p Hasselt),
eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040
campernoalen (Q002p Hasselt),
kampernouəlen (Q002p Hasselt),
paddestoel:
eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040
paddesteiël (Q002p Hasselt),
paddestoeël (Q002p Hasselt),
giftige --; gecombineerd met ZND 5 040
paddesteiel (Q002p Hasselt),
paddestoel (Q002p Hasselt),
niet eetbaar
padəstû:l (Q002p Hasselt),
verpakte --; gecombineerd met ZND 5 040
padəestōəl (Q002p Hasselt)
|
paddestoel [RND], [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
dempig:
dempig (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
kop en kont:
koͅp en koͅnt (Q002p Hasselt),
opgeblazen (dik):
opgəblo:ze (Q002p Hasselt),
oͅpxəblōͅzə (Q002p Hasselt),
papachtig:
papachtig (Q002p Hasselt)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18170 |
pak, kostuum |
kostuum:
kestím (Q002p Hasselt),
kəstøm (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
tenue (fr.):
tenéj (Q002p Hasselt)
|
kostuum || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || tenue: uniform; beste burgerpak
III-1-3
|
24293 |
paling, aal |
paling:
peuling (Q002p Hasselt),
poaling (Q002p Hasselt),
pōͅləŋ (Q002p Hasselt)
|
paling [Willems (1885)], [ZND 23 (1937)]
III-4-2
|
24489 |
palmboompje |
palm:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
palm (Q002p Hasselt),
palmboompje:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
palmbīmpke (Q002p Hasselt),
palmboamke (Q002p Hasselt),
palmstruikje:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
palmstrèkske (Q002p Hasselt)
|
palmboompje [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
25402 |
pan of ketel met het hete gietwater |
schouwbak:
sxābak (Q002p Hasselt)
|
In het stenen fornuis waarin de boerin vroegende was kookte, wordt water verhit. Met een pan, ketel of emmer schept men hieruit heet water dat dan over het varken wordt gegoten. Beschikt men niet over een dergelijk fornuis, dan wordt het water in ketels e.d. op de kachel of een gewoon keukenfornuis verwarmd. [N 28, 20]
II-1
|
33667 |
pand van een weideperceel |
beekkant:
bēkant (Q002p Hasselt)
|
Gedeelte van een perceel weiland, of van weiland in het algemeen, dat zich bevindt tussen afwateringssloten. Het betreft uiteraard slechts laaggelegen weidegronden. [N 14, 61]
I-8
|