e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ploegvoor voor: vø̄(ǝ)r (Hasselt) Onder ploegvoor wordt verstaan de lange, rechte geul die telkens ontstaat wanneer de ploeg een strook aarde lossnijdt en naar links of naar rechts omkeert: de open voor dus tussen het reeds geploegde en het nog te ploegen deel van de akker in. Vaak worden de ploeggeul en de daaruit afkomstige, omgekeerde aarde als één geheel gezien. Het woord voor of voord is derhalve niet alleen op de open voor van toepassing, maar meestal ook op de daaruit opgeploegde reep aarde ernaast (zie het volgende lemma). De termen ploegvoor, akkervoor en bouwvoor, die voor de betrokken plaatsen - meestal naast voor - werden opgegeven n.a.v. N 11, 58 "de gewone voor die bij het ploegen telkens ontstaat", zijn misschien ook of eerder op te vatten als benaming voor de regelmatig, geploegde bovenlaag van de akker (zie het lemma bouwvoor). Opgaven waarmee een greppel of een vaste, als loop- of als afwateringsgeul gebruikte voor bedoeld wordt, zijn in dit lemma niet opgenomen. [N 11, 58; N 11A, 129d; N P, 11a; JG 1a + 1b; A 18, 1a; L 8, 63; L 24, 27; S 41; Wi 4 + 15; GV, Ml; div.; monogr.] I-1
plooi plooi: plōj (Hasselt), plūj (Hasselt) Elk van de rimpels of golfachtige vormen die in een weefsel ontstaan, wanneer zij op korte afstanden in tegengestelde richting omgeslagen worden. Zie voor diverse soorten plooien afb. 45. [N 62, 12c; N 62, 12b; L 40, 50; Gi 1.IV, 35; MW; monogr.] II-7
po, nachtspiegel pot: pot (Hasselt) nachtpot III-2-1
poedersuiker bloemsuiker: bloemsoeker (Hasselt) poedersuiker III-2-3
poef poef: Fr. pouf  poef (Hasselt) poef, groot vormloos zitkussen uit soepel leer of een kunsstof, dat op de grond staat of ligt III-2-1
poel poel: poǝ.l (Hasselt) Klein ondiep, stilstaand water, veelal als troebel of smerig gedacht. Een poel heeft dan ook meestal een meer ongunstige betekenis dan een vijver. [N 27, 24; S 28; A 20, 1; A 2, 48; monogr.] I-8
poetsen, schoonmaken poetsen: putse (Hasselt), pøtsə (Hasselt) poetsen || schoonmaken, kuisen [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
pofbroek pofbroek: puvbruk (Hasselt), sub pof, ss.  poefbroek (Hasselt), smokkelbroek: smoͅkəlbruk (Hasselt) #NAME? || plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
poffen op krediet kopen: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅp krədeͅjt kūpə (Hasselt), op pof kopen: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅp puf kūpə (Hasselt), pof maken: ps. omgespeld volgens Frings.  puf mākə (Hasselt), poffen: ps. omgespeld volgens Frings.  pufə (Hasselt, ... ) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
poffertje beignetje: Syst. Frings  bɛ̄njēkə (Hasselt), poffertje: Syst. Frings  pufərkə (Hasselt, ... ) Poffertje [N 16 (1962)] III-2-3