e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raamvleugel schuifje: sxøfkǝ (Hasselt) Het draaiend deel van een raam. In L 270 bestond in oudere huizen een raam uit twee gedeelten. Het bovenstuk van zo'n raam kon naar binnen worden opengeklapt. Men noemde dit het 'bovenlicht' ('bǭvǝlēx'). Zie ook het lemma 'Bovenlicht'. [N 55, 40b; A 46, 10b; monogr.] II-9
raamwerk geraamte: gǝriǝmtǝ (Hasselt) Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e] II-9
raapzaadolie raapsmout: rōpsmā.t (Hasselt), rǫpsmā.t (Hasselt) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd aardig: ārəx (Hasselt), Iech vo.nd ta zoe aarig  aarig (Hasselt), ook materiaal znd 19a, 003  aerdig (Hasselt), ārəx (Hasselt), ēdəg (Hasselt), ook materiaal znd 19a, 003 met lengteteken op de á  árəx (Hasselt), ook materiaal znd 8, 045  aardig (Hasselt), curieus: Iech vèn da toch mar kerjeues  kerjeues (Hasselt), ook materiaal znd 19a, 003  kerieus (Hasselt), ook materiaal znd 8, 045  curieus (Hasselt), komiek: ook materiaal znd 19a, 003  kemiek (Hasselt), komek (Hasselt), kəmek (Hasselt), raar: dainne rare: Dat is een rare (kwibus)  raar (Hasselt), ook materiaal znd 19a, 003  raär (Hasselt), ra͂r (Hasselt), râr (Hasselt), vreemd: meestal predikatief  vrimp (Hasselt) aardig, raar, zonderling || curieus, merkwaardig, eigenaardig || raar, zonderling || vreemd || zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)] III-1-4
raat raat: raat (Hasselt), schijf: (mv)  sxę̄vǝ (Hasselt) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
rabarber rabarber: rebarreber (Hasselt), rəbarəbər (Hasselt) [ZND m]rabarber I-7
rabarbervlaai rabarbervlaai: rebarrebervla͂.j (Hasselt) rabarbervlaai III-2-3
raden geraden: groajt ¯ns wa da gekos (h)èt: Raad eens wat dat gekost heeft  groaje (Hasselt) raden III-1-4
radijs radijs: radijs (Hasselt), radèès (Hasselt), rədeͅs (Hasselt) [ZND 41 (1943)]radijs I-7
radmaker radermaker: rē̜rmākǝr (Hasselt), ramaker: rāmākǝr (Hasselt) Vakman die gespecialiseerd is in het maken van houten wielen voor karren en wagens. Reparaties aan de houten wielen konden niet alleen door de wagenmaker, maar ook door de timmerman/schrijnwerker worden uitgevoerd. Zegslieden uit de volgende plaatsen gaven dit antwoord: Paal (K 357), Neerpelt (L 312), Overpelt (L 314), Kaulille (L 316), Neeroeteren (L 368), Maaseik (L 372), Opoeteren (L 415), Meldert (P 45), Duras (P 115), Ulbeek (P 121), Hoepertingen (P 188), Waasmont (P 211), Veldwezelt (Q 91), ɛs-Herenelderen (Q 168). De metalen onderdelen voor de kar- en wagenwielen, zoals de wielbanden en de asbus werden vaak door de lokale smid geleverd. Hij voerde daar ook reparaties aan uit. Dit laatste was volgens informatie van de zegslieden het geval in Heppen (K 316), Beringen (K 358), Neerpelt (L 312), Bocholt (L 317), Gruitrode (L 366), Neerglabbeek (L 367), Ulbeek (P 121), Sint-Truiden (P 176), Hasselt (Q 2), Genk (Q 3) en Neerharen (Q 96c). Zie verder ook de paragraaf over de vaktaal van de karsmid in wld II.11, pag. 128-139.' [N G, 1b; N G, 2; L 34, 18; monogr.] II-12