e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
royaal royaal (<fr.): rejaal (Hasselt), a franse a zoals in quand  reyâl (Hasselt), mild  rejäl (Hasselt), vrijgevig  reyäl (Hasselt) Royaal: uitspraak en betekenis (mild, onbekrompen, volop, enz.). [ZND 41 (1943)] III-3-1
rozenbottel hanenkul: oanekùl (Hasselt), hanenkulletje: ha.nəkɛlkəs (Hasselt), haanekieltje (Hasselt), hanekillekes (Hasselt) rozebottel [ZND 02 (1923)] III-4-3
rozijn rozijn: rezèèn (Hasselt) rozijn III-2-3
rozijnenbrood rozijnenbrood: rəzè:nəbru:ət (Hasselt), rəzɛ:nəbru:ət (Hasselt), rozijnenmik: rezèènemiek (Hasselt) brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)] || wittebrood met rozijnenin III-2-3
rug rug: rek (Hasselt), rèk (Hasselt), røͅch (Hasselt), ręk (Hasselt) de rug [ZND 29 (1938)] || rug [ZND m] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9, III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: ręk (Hasselt) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
rug, aangeaard stuk hoogrij: hīxrē̜ (Hasselt), rij: rē̜ (Hasselt) De verhoogde rug of wal die ontstaat bij het aanaarden van de aardappelen. Bij holvoor(de) heeft betekenisoverdracht plaatsgevonden; het is eigenlijk de open voor naast de rug. [N 12, 27; monogr.] I-5
ruggengraat paternoster: patərnostər(t) (Hasselt), ruggengraat: reggegraot (Hasselt), regəgrōͅt (Hasselt), rugstrang: reͅkstraŋk (Hasselt), strang: strank (Hasselt) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1
ruggenwervel lid (van de rugstrang): lēt (Hasselt), welver: wellever (Hasselt), wervel: wervel (Hasselt), weͅrəvəl (Hasselt) [N 10 (1961)] III-1-1
rugnet het lijfnet: [het lijfnet] (Hasselt), rugnet: ręxnęt (Hasselt) Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c] I-10