e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wisselvallig weer t weer staat te luimen]: ēzələ (Hasselt), geͅk wīr (Hasselt), teͅs lūrextex wīr (Hasselt), twēͅfəleͅxtex wīr (Hasselt), ət wēt ne wà twilt (Hasselt) niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] III-4-4
wit halsboordje col (fr.): ne kol (Hasselt), colletje (<fr.): ə koləkə (Hasselt), stijf colletje (<fr.): e stèf kolleke (Hasselt), wit colletje (<fr.): e wit kolleke (Hasselt), wit halsboordje: ’n wit halsboordje (Hasselt), witte col (fr.): inne witte kol (Hasselt) wit halsboordje (fr. faux-col) [ZND 32 (1939)] III-1-3
wit stervormig vlekje op het voorhoofd ster: stɛ̄r (Hasselt) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
wit van het ei wit: wet (Hasselt) [JG 1b, 1c; monogr.] I-12
witlof witlof: witlōēf (Hasselt), witlook: witloeëk (Hasselt) witlof I-7
witte aalbes witte beren: witte beire (Hasselt), witte braamberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  witte broĕmbeer (Hasselt) witte aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
witte kaas, wrongel fluiter: Syst. Frings  flētər (Hasselt), platte kaas: platte kiës (Hasselt), Syst. Frings  platə kiəs (Hasselt), platə kīi̯əs (Hasselt), platə kīəs (Hasselt) Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] || wrongel, kwark III-2-3
witte kanten muts waarop een sierkrans werd gedragen froezelmuts: frizəlmøts (Hasselt), krulmuts: kroͅlmøts (Hasselt) muts, witte kanten ~ waarop een sierkrans wordt gedragen {afb} [kroezel-, frul-, froezel-, krul-, poffermuts] [N 25 (1964)] III-1-3
witte kanten muts zonder sierkrans kruinmuts: kruənmøts (Hasselt) muts, witte kanten ~ zonder kroon als doordeweekse hoofdtooi, door oudere en minder gegoede vrouwen ook s zondags gedragen {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte klaver, steenklaver steenklaver: stīn[klaver] (Hasselt), witte klaver: wetǝ [klaver] (Hasselt) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5