e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huifkar huifkar: hǫu̯fkęr (Hechtel) Benaming voor een hoogkar waarop men een huif gezet heeft, zodat de kar voor personenvervoer gebruikt kon worden (bijv. bij kerk- en marktbezoek). Soms werd de huifkar ook voor vrachtvervoer, bijv. van meel, gebruikt. Zie ook het lemma molenkar in wld II.3. De huif was een linnen doek die over houten hoepels gespannen werd. Deze hoepels werden op hun beurt tegen de zijkanten van de kar bevestigd. Bovendien hing men aan de kar een trede, die het instappen vergemakkelijkte. [N 17, 10a + 15; N G, 51; JG 1a; S 15; L 27, 33; L 1a-m; R 3, 61; monogr.] I-13
huig lelletje: lelleke (Hechtel) Huig: het kegelvormig uitsteeksel van het weke gehemelte aan de ingang van de keel; het lelletje in de keel (huig, huik, lel(ke), ziel). [N 106 (2001)] III-1-1
huilen (van droefheid) janken: jankte (Hechtel) Hij huilde (weende, schreide) van droefheid [ZND 44 (1946)] III-1-4
huis, woning huis: hōͅs (Hechtel), hoͅu̯s (Hechtel) huis [ZND 34 (1940)] III-2-1
huisakker aangelag: āngǝlǭǝx (Hechtel), huisveld: hǭǝsvęlt (Hechtel) Aan het erf grenzende akkergrond. [N 5AøIIŋ, 76d en 76e; N 6, 33a; A 10, 3 en 4; JG 1b, add.; L 19b, 1a; monogr.] I-8
huishouden huishoud: hoͅshø&#x0304 (Hechtel), huishouden: huashēͅn (Hechtel) Wat een armzalig huishouden [ZND 32 (1939)] III-2-1
huislook huislook: oa-klank als het Engelse all  hoaslook (Hechtel) donderblad, huislook [DC 46 (1971)] III-4-3
huismus, mus mus: muis (Hechtel), mus (Hechtel), møsə (Hechtel) mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)], [ZND 43 (1943)] III-4-1
huisweide bleek: blēͅi̯k (Hechtel), dries: dris (Hechtel), groes: grus (Hechtel) I-7
huiszegen huiszegen: hooszegen (Hechtel) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3