e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balkenbrij kruipuit: kəprōͅ.t (Hechtel) balkenbrij [Goossens 1b (1960)] III-2-3
bandelier van de suisse vlag: vlag van de suisse (Hechtel) De bandelier van de suisse waarop de woorden: Eerbied in Gods huis. [N 96B (1989)] III-3-3
bang bang: ge moet nie bang zijn (Hechtel) (Niet bang zijn), duw maar. [ZND 23 (1937)] III-1-4
bangerik schouwerik: schouwerik (Hechtel) Bloodaard, bangerik, enz. [ZND 05 (1924)] III-1-4
baret bretje (<fr.): bēreͅkə (Hechtel) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barrevoets barrevoets: baerəvuts (Hechtel), berrevoets (Hechtel) barrevoets [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: beͅt (Hechtel) bed [RND] III-2-1
beddenbak, ressortbak bed: beͅt (Hechtel) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenlaken laken: lākə (Hechtel) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedelaar bedelaar: er waren drie mensen die den bedelaar gezien hadden (Hechtel) Er waren drie mensen die de bedelaar hadden gezien [ZND 46 (1946)] III-3-1