e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwijl watergal: ("kumt van `t hart!").  wáttergal (Hechtel), zever: PS speeksel: tuf.  zivver (Hechtel) Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 106 (2001)] III-1-1
kwispelstaarten kwispelen: kwispele (Hechtel) kwispelstaarten [ZND 29 (1938)] III-2-1
laag grond couche (fr.): koers (Hechtel), laag: loag (Hechtel) laag (znw.) [ZND 29 (1938)] III-4-4
laag schoven op de wagen laag: lǭx (Hechtel) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laaggelegen weidegrond broek: brok (Hechtel), broǝk (Hechtel) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laagte in het landschap dreef: drēf (Hechtel) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) bot: botten (Hechtel, ... ), -> e paar botten.  botten (Hechtel), Mv.: botten.  bot (Hechtel) Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] III-1-3
laatste evangelie t letste evangjillióm?].: et leste evangelie (Hechtel) Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)] III-3-3
laatste mis laatste mis: leste mes (Hechtel) De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
ladderboom leerboom: (mv)  liǝrbyǝm (Hechtel) Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13