e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorzanger voorzanger: veurzenger (Hechtel) Een voorzanger [veurzenger,-zinger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vork ket: kɛ̄t (Hechtel), verket: voͅrkeͅt (Hechtel) vork (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
vos, vospaard voes: vuš (Hechtel) Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j] I-9
vredewis bode: boj (Hechtel), buj (Hechtel), bōj (Hechtel), mei: mēi̯ (Hechtel) Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.] I-8
vriend kameraad: kaməro.t (Hechtel), vriend: vrin (Hechtel) vriend [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)] III-3-1
vroedvrouw wijsvrouw: wijsvrouw (Hechtel, ... ) Hoe noemt men de (gediplomeerde) vrouw die helpt bij de geboorte, indien er geen dokter aanwezig is? (nld. vroedvrouw) [ZND 46 (1946)] || vroedvrouw [ZND 08 (1925)] III-2-2
vroegmis eerste mis: de weste mes (Hechtel), də örstə mɛs (Hechtel), vroegmis: vrugmes (Hechtel) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro.uw (Hechtel, ... ) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouwelijk kalf vaarzenkalf: vɛ̄ǝ.rzǝ[kalf] (Hechtel) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk lam germ: gørm (Hechtel) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12