e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boomgaard bogaard: boggerd (Hechtel), bogərt (Hechtel) boomgaard [ZND 22 (1936)] I-7
boomstronk post: poͅst (Hechtel) boomstronk, de stomp-met-wortels van een afgehakte boom [N 27 (1965)] III-4-3
boomwagen houtwagen: hōǝtwāgǝn (Hechtel), nuts: nøts (Hechtel) Een kar die bestaat uit twee grote wielen, een as en een lange dissel. Deze kar wordt gebruikt om bomen en andere lange, zware voorwerpen te vervoeren, die men onder de as met een ketting bevestigt. De as tussen de wielen is niet recht, maar als een halve cirkel naar boven gebogen. De boomstam wordt boven in de halve cirkel opgehangen. De boomwagen wordt meestal door twee paarden.getrokken. In het grootste deel van Belgisch Limburg gebruikt men voor de boomwagen een benaming die tot het woordtype huurst kan worden herkend (zie Verstegen 1940). Omdat dit type zoveel vervormingen kende, is het hieronder opgesplitst in drie ondertypes (huts, uts, nuts). [N 17, 6 + 15b; N G, 51; N 50, 12b; JG 1d; L 1a-m; L 14, 20; L 32, 83; monogr.] I-13
boon, algemeen bonen: bǫnǝ (Hechtel), boon: buǝn (Hechtel) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
boot(je) boot(je): boeitje (Hechtel), booteke (Hechtel), bōteke (Hechtel) een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)] III-3-1
bord telloor: teͅlōr (Hechtel), təly(3)̄r (Hechtel) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
borg blijven borg blijven: blaiven: ai zoals in aimer  burg blaiven vur iemed (Hechtel), responsabel blijven: responsabel blijven veur iemet (Hechtel) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borst borst: b˙ǫst (Hechtel) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstelig haar broskop: broskop (Hechtel), piekjeshaar: piekskeshoar (Hechtel), stekelhaar: stiekelhoar (Hechtel) Borstelig haar (stekelhaar, pinhaar). [N 109 (2001)] III-1-1
borstkas borst: ig hem inne koa op de borst (Hechtel) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1