e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eczeem eczeem: eczeem (Hechtel), eczema: eczeema (Hechtel), onderlijnd bij mog.antw.  eczeema (Hechtel), rover: roeëver (Hechtel) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)] III-1-2
eed eed: ieed (Hechtel) eed [ZND 23 (1937)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: ook ZND 02, 008  eijkeurtje (Hechtel) eekhoorn [ZND 01 (1922)] III-4-2
eelt, eeltknobbel weer: wieren (Hechtel), wieren in zijn haan (Hechtel) Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)] III-1-2
een aflaat verdienen aflaat verdienen: aflaot verdiene (Hechtel) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een berisping krijgen wat meekrijgen: Wa mee krēgen (Hechtel) hoe zeg je: een vermaning, een berisping krijgen (woord op -ment) ? [ZND 41 (1943)] III-1-4
een borrel drinken een borrel drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ne borrel drinken (Hechtel), een druppel drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  druppel drinken (Hechtel) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: ənə boͅtəram smīərə (Hechtel) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ai̯ (Hechtel), ē̜. (Hechtel), ęi̯ (Hechtel), eitje: ai̯kǝn (Hechtel), ē.kǝ (Hechtel), ēkǝ (Hechtel) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een huis huren huren: huren (Hechtel) een huis huren [ZND 27 (1938)] III-2-1