34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelt:
gelt (L352p Hechtel)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
gasp (L352p Hechtel)
|
gesp [ZND 01 (1922)]
III-1-3
|
34420 |
gespeend schaap |
nuchtere:
nøxtǝrǝ (L352p Hechtel)
|
Het jong van een schaap, als het van de moeder weggenomen wordt. [A 4, 22e; L 20, 22e]
I-12
|
33428 |
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen |
dammer:
dāmǝr (L352p Hechtel)
|
De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b]
I-6
|
23515 |
gestichte mis |
gesticht jaargetijde:
gesticht joorgetij (L352p Hechtel)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18828 |
getob; tobben |
gemartel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gemartel (L352p Hechtel),
gesukkel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gesuggel (L352p Hechtel)
|
gemartel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətraowdə vraow (L352p Hechtel)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
getuige zijn:
getuigen zaīn (L352p Hechtel),
getuigen:
getuigen (L352p Hechtel, ...
L352p Hechtel)
|
getuigen [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
33388 |
getuigrek |
kapstok:
kapstǫk (L352p Hechtel)
|
Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81]
I-6
|
19092 |
gevaarlijk |
gevaarlijk:
met vuur spelen is gevaarlik (L352p Hechtel),
mit vuur spelen is gevaarlek (L352p Hechtel),
mèt vuur spelen is gevaarlijk (L352p Hechtel),
gewaagd:
met vuur spelen is gewoagd (L352p Hechtel)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|