e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereed gereed: gere? (Heek), gereit (Heek), klaar: (helder).  kloar (Heek), vaardig: vêrdig (Heek) klaar [SGV (1914)] III-1-4
geren geren: gējrǝ (Heek) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gerst gerst: gē̜š (Heek) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gesneden mannelijk varken berg: bɛrǝx (Heek) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: sjoon mit en gasp (Heek) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] III-1-3
getatewaal geteutel: geteutel (Heek) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1
getob; tobben gemartels: gemartels (Heek) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getuigen getuigen: getuge (Heek) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevangenis cachot (<fr.): Van Dale: cachot (&lt;Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.  kasjot (Heek), gevangenis: gevangenis (Heek) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gêve (Heek) geven [SGV (1914)] III-1-2