e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hazelaar notenstruik: notesjtrōēk (Heek) hazelstruik [SGV (1914)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: hazenoot (Heek) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
hecht van een mes steel: sjteel (Heek) heft [SGV (1914)] III-2-1
hees, schor gaars: gaasj (Heek) hees [SGV (1914)] III-1-2
heilig heilig: hèlig (Heek) heilig [SGV (1914)] III-3-3
hek veken: vēkǝ (Heek), vouwere: vau̯wǝrǝ (Heek) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hek, poortje vauweren: vauwere (Heek), veken: vêke (Heek) hek [SGV (1914)] III-2-1
hemel hemel: hemel (Heek) hemel [SGV (1914)] III-3-3
hengsel hengel: hingel (Heek) hengsel [SGV (1914)] III-2-1
hengst hengst: heŋs (Heek) Ongesneden mannelijk paard. [JG 1a, 1b; A 4, 2b; L 20, 2b; L 39, 42; L A1, 166; S 27; Wi 8; monogr.] I-9