23965 |
afgunst |
afgunst:
aafgunst (L328p Heel, ...
L328p Heel),
jaloezie (<fr.):
zjallezie (L328p Heel)
|
Afgunst, jaloezie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23966 |
afgunstig |
afgunstig:
aafgunstig (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Afgunstig. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17583 |
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) |
pony:
ponnie (L328p Heel)
|
haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24920 |
afkalven |
afkalven:
aafkálvə (L328p Heel)
|
afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20528 |
afkoken |
afkoken:
ááfkōēwókə (L328p Heel)
|
Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20473 |
afkomst |
afkomst:
aafkomst (L328p Heel),
komaf:
koomááf (L328p Heel)
|
afkomst [N 87 (1981)] || afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
30239 |
afkorten |
afkorten:
āfkǫrtǝ (L328p Heel),
korten:
kǫrtǝ (L328p Heel),
op maat zegen:
ǫp mǭt ˲zē̜gǝ (L328p Heel)
|
Hout, en meer in het bijzonder een boomstam, haaks op de houtvezel in twee stukken zagen. De afgezaagde stukken boomstam hebben bij de kuiper de lengte van een duig, bij de klompenmaker de lengte van een klomp. Zie ook het lemma ɛstuk boomstamɛ en de lemmata ɛbollenɛ bij de vaktaal van de kuiper en ɛbolɛ bij de vaktaal van de klompenmaker. In Venray (L 210) en omgeving werd de houtzager die de boomstam voor onder meer klompenmakers verder in stukken zaagde, houtsnijder (hǭltsnējǝr) genoemd (Venrays woordenboek, pag. 206).' [N E, 6a; N 50, 16a; N 53, 21b; N 53, 22; N 75, 115b; N 97, 44; monogr.]
II-12
|
30715 |
afkrabben |
afkratsen:
āfkratsǝ (L328p Heel)
|
Oude verf met behulp van een krabber verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Verfkrabber'. [N 67, 68c; monogr.]
II-9
|
23691 |
aflaat |
aflaat:
aaflaot (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30725 |
aflakken |
aflakken:
āflakǝ (L328p Heel)
|
De laatste laklaag aanbrengen. [N 67, 73]
II-9
|