e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afgunst afgunst: aafgunst (Heel, ... ), jaloezie (<fr.): zjallezie (Heel) Afgunst, jaloezie. [N 96D (1989)] III-3-3
afgunstig afgunstig: aafgunstig (Heel, ... ) Afgunstig. [N 96D (1989)] III-3-3
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: ponnie (Heel) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afkalven afkalven: aafkálvə (Heel) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4
afkoken afkoken: ááfkōēwókə (Heel) Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)] III-2-3
afkomst afkomst: aafkomst (Heel), komaf: koomááf (Heel) afkomst [N 87 (1981)] || afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] III-2-2
afkorten afkorten: āfkǫrtǝ (Heel), korten: kǫrtǝ (Heel), op maat zegen: ǫp mǭt ˲zē̜gǝ (Heel) Hout, en meer in het bijzonder een boomstam, haaks op de houtvezel in twee stukken zagen. De afgezaagde stukken boomstam hebben bij de kuiper de lengte van een duig, bij de klompenmaker de lengte van een klomp. Zie ook het lemma ɛstuk boomstamɛ en de lemmata ɛbollenɛ bij de vaktaal van de kuiper en ɛbolɛ bij de vaktaal van de klompenmaker. In Venray (L 210) en omgeving werd de houtzager die de boomstam voor onder meer klompenmakers verder in stukken zaagde, houtsnijder (hǭltsnējǝr) genoemd (Venrays woordenboek, pag. 206).' [N E, 6a; N 50, 16a; N 53, 21b; N 53, 22; N 75, 115b; N 97, 44; monogr.] II-12
afkrabben afkratsen: āfkratsǝ (Heel) Oude verf met behulp van een krabber verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Verfkrabber'. [N 67, 68c; monogr.] II-9
aflaat aflaat: aaflaot (Heel, ... ) Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
aflakken aflakken: āflakǝ (Heel) De laatste laklaag aanbrengen. [N 67, 73] II-9