e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebit gebit: gaaf gebeet (Heel, ... ), gebeet (Heel) Een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog heelemaal gaaf. [DC 14 (1946)] || gebit [N 10a (1961)] III-1-1
gebladderd gebladderd: gǝblājǝrtj (Heel) Gezegd van schilderwerk waarvan de verflagen blaren vertonen. [N 67, 69b; L 32, 78; monogr.] II-9
geboorteomhulsel van een veulen net: nɛt (Heel) Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56] I-9
geboren worden geboren werden: gebōēərə wèère (Heel) Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)] III-2-2
gebrekkig gebrekkig: gebrieekig (Heel) gebrekkig [SGV (1914)] III-1-2
gebrekkig spreken stamelen: sjtáámələ (Heel) gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)] III-3-1
gebruik gebruik: gebroek (Heel, ... ) Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)] || gebruik [SGV (1914)] III-3-2
geburen buurt: būūrt (Heel) alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)] III-3-1
gecenterd zaagwerk precisiewerk: prǝsisiwɛrǝk (Heel), vakwerk: vakwɛrǝk (Heel) Werk dat rond uitgezaagd is, bijvoorbeeld een rond tafelblad. [N 53, 33c] II-12
gecombineerde houtbewerkingsmachine combinatiemachine: kǫmbināsimǝšīn (Heel) Houtbewerkingsmachine waarmee men kan vlakschaven, op dikte schaven, boren en zagen. Een dergelijke machine wordt vooral in grotere houtbewerkende bedrijven gebruikt. [N 53, 87; monogr.] II-12