30589 |
gekookte lijnolie |
gekookte lijnolie:
gǝkuǝk˱djǝ līnuǝli (L328p Heel)
|
Lijnolie die enige uren tot ongeveer 2500 C. werd verhit, onder toevoeging van geringe hoeveelheden lood- en mangaanverbindingen. [N 67, 13b]
II-9
|
17580 |
gekruld haar |
krulhaar:
krolhaor (L328p Heel)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24152 |
gele kwikstaart |
kwikstaart:
kwikstert (L328p Heel)
|
kwikstaart, geel [DC 26 (1954)]
III-4-1
|
23501 |
gelezen mis |
leesmis:
laesmes (L328p Heel),
stille mis:
sjtil mes (L328p Heel)
|
Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25078 |
gelijken (op) |
gelijken:
gəlīēk (L328p Heel),
lijken:
līēkə (L328p Heel)
|
aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22334 |
gelijkspelen |
zijn zaadje hebben:
zīn zø͂ͅdjə høͅbə (L328p Heel)
|
Quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
31884 |
gelijkvijlen, gelijkraspen |
bijvijlen:
bīvīlǝ (L328p Heel)
|
Met een houtvijl of houtrasp een werkstuk mooi gelijkmaken, bijvoorbeeld nadat onderdelen daarvan zijn samengevoegd. [N 53, 158c]
II-12
|
23949 |
gelofte |
gelofte:
gelofte (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Een gelofte [t jelübde]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23880 |
geloftegeschenk |
gift uit dankbaarheid:
gift oet dankbaarheid (L328p Heel)
|
Een geloftegeschenk, beloftegift uit dankbaarheid voor een verkregen gunst of voor de genezing van een kwaal, een ex-voto. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23206 |
geloof |
geloof:
gelauf (L328p Heel),
gelouf (L328p Heel),
geluif (L328p Heel)
|
geloof [SGV (1914)] || Het geloof [gloof, geloeëf, geleuf]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|