22774 |
hinkelen |
hinkelen:
hinkelen (L328p Heel)
|
hinkelspel [VC 10]
III-3-2
|
17955 |
hinken |
hinken:
hinke (L328p Heel),
hinkə (L328p Heel)
|
hinken, op een been springen [SGV (1914)] || Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33839 |
hinniken |
hummeren:
hømǝrǝ (L328p Heel)
|
Het hoge keelgeluid dat een paard maakt. De klanknabootsende werkwoorden hummeren, himmeren en hommeren vertonen dezelfde klankwisseling als ruchelen, richelen en rochelen. [JG 1b, 2c; L B2, 291; L 22, 21; N 8, 47 en 65; S 5; Wi 57]
I-9
|
18191 |
hoed (alg.) |
hoed:
hoot (L328p Heel)
|
hoed [SGV (1914)]
III-1-3
|
34212 |
hoeden van koeien |
hoeden:
hø̄jǝ (L328p Heel),
hø̜̄jǝ (L328p Heel)
|
[N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.]
I-11
|
33804 |
hoef |
hoef:
hōf (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
[S 14; L 1a-m]Zie afbeelding 2.26. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 27, 6; N 8, 32.8 en 32.17; S 14]
I-11, I-9
|
31598 |
hoefijzer |
hoefijzer:
hōf˱īs˱dǝr (L328p Heel),
ijzer:
īs˱dǝr (L328p Heel)
|
IJzeren hoefbescherming, meestal in de vorm van de onderrand van de hoef. Het hoefijzer wordt doorgaans met behulp van hoefnagels aan de hoef bevestigd. Zie ook afb. 221 en het lemma ɛhoefijzer met speciale vorm of uitrustingɛ.' [N 13, 84; N 33, 352; L 35, 104; L 27, 6 add.; JG 1a; JG 1b; monogr.; Vld.]
II-11
|
31592 |
hoefstal, noodstal |
noodstal:
ūatstalǝ (L328p Heel)
|
Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
II-11
|
25008 |
hoek (tussen twee lijnen) |
hoek:
hook (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
de ruimte tussen twee rechte lijnen of twee vlakken die elkaar ontmoeten [oord, hoek, winkel] [N 91 (1982)] || hoek [SGV (1914)]
III-4-4
|
17763 |
hoektand |
oogstand:
augstandj (L328p Heel),
oogtand:
auchtantj (L328p Heel)
|
hoektand [DC 01 (1931)]
III-1-1
|