e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inkepen uitkepen: ūtkēpǝ (Heel) Met behulp van de zaag of beitel een groef in het hout maken, meestal met als doel om daar een ander stuk hout in of aan te voegen. [N 53, 237b] II-12
inktpot inktpot: inkpot (Heel, ... ) inktpot [DC 14 (1946)] III-3-1
inkuilen in de kuil doen: en dǝ kul dōn (Heel), inkuilen: enkule (Heel) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inleggen (in een voor) inleggen: enlɛqǝ (Heel), leggen: lęgǝ(n) (Heel) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inschuren in de verf schuren: en ǝ vęrǝf šūrǝ (Heel) Met behulp van puimsteen in de natte grondverf schuren om de verflaag te doen hechten aan de plamuurlaag. [N 67, 72b] II-9
inspannen inspannen: enšpanǝ (Heel) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
introïtus introtus (<lat.): introitus (Heel), introjites (Heel) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
inzagingen maken inkepen: enkēpǝ (Heel), inkepingen maken: enkēpeŋǝ mākǝ (Heel) Sleuven in het hout zagen waardoor de veerkracht ervan vergroot wordt en het hout gemakkelijker gebogen kan worden. [N 53, 23b] II-12
inzet inzet: inzét (Heel) de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)] III-3-1
inzet bij het spel pot: poͅt (Heel), zaad: (wat men ingezet heeft).  zie [z}oat (Heel) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2