e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kroosschaaf kroos: krōs (Heel) In het algemeen de schaaf waarmee de kroos in de binnenwand van het vat wordt aangebracht. Er bestaan verschillende uitvoeringen van de kroosschaaf, maar vaak is hij samengesteld uit een houten blok, dat voorzien is van een drietal beiteltjes die naar de binnenwand van het vat gericht zijn, en een cirkelvormig houten plankje. Wanneer de kuiper het houten plankje in een cirkelvormige beweging over de koppen van de duigen voortbeweegt en tegelijkertijd de schaaf tegen de binnenwand van het vat aandrukt, ontstaat enkele centimeters onder de rand een groef, de kroos. Zie ook afb. 221. Soms wordt in de kroosschaaf in plaats van de drie beiteltjes een stuk zaagblad aangebracht; de woordtypen krooszaag, gergelzaag en groefzaag uit respectievelijk Panningen (L 290), Kortessem (Q 74) en Hasselt (Q 2) duiden waarschijnlijk zoɛn aangepaste schaaf aan.' [N E, 34a; A 32, 5; monogr.] II-12
kropgat kropgat: kropgat (Heel) Het gat dat zich midden in de loper bevindt en waarin het te malen graan loopt. Kweern in het woordtype kweernoog (l 331) verwijst naar de in die plaats gebruikelijke term voor de handmolen. Zie het lemma ɛhandmolenɛ.' [N O, 18o; A 42A, 35; N D, 8; Sche 53; Vds 129; Jan 128; Coe 93; Grof 119; N O, 18h] II-3
kroppen, gezegd van voedsel blijven staan: blīēvə sjtāōn (Heel) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3
krozen inkepen: enkēpǝ (Heel) Met behulp van een kroosschaaf aan de binnenwand van het vat een groef aanbrengen. [N E, 34c] II-12
kruiden, specerijen gekruiden: WLD  gəkruujə (Heel) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] III-2-3
kruidenjenever bessenjenever: bèssə-sjnéévər (Heel) jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] III-2-3
kruidnagel kruidnagel: kroetnegel (Heel) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3
kruidwijding onze-lieve-vrouw-kruidwijden: Oos Leeve Vrouw Kroetwien (Heel) O.L. Vrouw Kruidwijding [SGV (1914)] III-3-3
kruidwis kruidwis: kroetwès (Heel), kroetwês (Heel), krōēdwés (Heel), Opm. hiertoe dienen: boerenwormkruid, kattestaart, alsem, rode kool, notebladeren, aspergestengels.  kroetwès (Heel) De bos kruiden die op 15 augustus gewijd werd, de kruidwis [krüdwis, kroetwusj]. [N 96C (1989)] || Hoe heeten de kruiden, die gezegend worden? [SGV (1914)] || kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2, III-3-3
kruidwis wijden kruidwis wijden: kroetwês wieje (Heel) De wijding van de kruiden op 15 augustus [der kroetwusj zeëne]. [N 96C (1989)] III-3-2