e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omwalde akker hof: hōf (Heel), hofje: hø̄fkǝ (Heel) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
onbelangrijk min: min (Heel), minə (Heel) niet veel [luttel, min, schriel, weinig] [N 91 (1982)] || weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
onbeleefd bot: boet (Heel), onbeleefd: oonbəlèèfdj (Heel) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd lomp: loomp (Heel) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaamd astrant: ástránt (Heel) geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)] III-3-1
onbewolkt klaar: klāōr (Heel, ... ) onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onbruikbaar maken, verbruien bederven: bədèrvə (Heel) onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)] III-4-4
onbruikbare voorraad niet te gebruiken: neet tə gəbrōēkə (Heel) allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)] III-3-1
onderdelen nummeren nummeren: nømǝrǝ (Heel) De onderdelen van een nummer voorzien, opdat de constructie later gemakkelijker in elkaar gezet kan worden. Zie voor het woordtype paren ook het lemma ɛparenɛ in Wld II.9, pag. 111.' [N 53, 207] II-12
ondereinde van de stam voet: WLD  voot (Heel) Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)] III-4-3