e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekennen bekennen: bekénnə (Heel) uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)] III-1-4
bekeuren proces maken: pərsès maakə (Heel) iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)] III-3-1
bekkens deksels: deͅksəls (Heel) Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
bekvechten stechelen: stechele (Heel) redetwisten [SGV (1914)] III-3-1
belangrijk, van belang veel waard: vèùl wéért (Heel) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: bəlàsting (Heel) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1
bellen aan het haam bellen: bɛlǝ (Heel), kloters: klōtǝrs (Heel) Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.] I-10
belofte belofte: belofte (Heel, ... ) Een belofte. [N 96D (1989)] III-3-3
beloken pasen beloken pasen: beloeëke paose (Heel), beloeëke paosse (Heel), bloeake Poase (Heel) beloken Paschen [SGV (1914)] || De eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, de laatste dag dat men zijn Paasplicht kon vervullen [gebroke Paose, Wiesse Zóndiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
beloven beloven: belauve (Heel), belouve (Heel) beloven [gelaove, belaove] [N 96D (1989)] III-3-1