e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oude aardappelsoorten blauwe: blǫu̯ǝ (Heel), julinieren: jylinīrǝ (Heel), magnum bonum: magǝr boǝnǝ (Heel), milords: milǭrs (Heel), muizen: mȳs (Heel), negenweker: nēgǝwē̜kǝsǝ (Heel), rode ster: roǝi̯ǝ stɛr (Heel), roden: roǝi̯ǝ (Heel), sneeuwvlokken: snēvlǫkǝ (Heel), vetlappen: vętlɛp (Heel), vrakkelen: vrāqǝlǝ (Heel) Hier worden zowel de in Limburg nog verbouwde alsook de oude niet meer verbouwde soorten soorten opgegeven. Bij sommige opgaven is de ouderdom van de plant vermeld. Zo wordt bij de rode ster, de eigenheimer en de paul-krüger opgegeven dat de soorten rond de eerste wereldoorlog werden ingevoerd. Dat geldt ook voor de gelderse muizen, een vroege, langwerpige aardappelsoort, later vooral bekend onder de naam bintje, genoemd naar Bintje Jansma, later mevrouw Bintje Pebesma-Jansma. Van recente datum zijn de alpha en de ijzerster, een naam die volgens Goossenaerts (1956-8, 327) eigenlijk ijselster moet zijn; we vinden beide benamingen ook in ons materiaal. De aardappelteelt strekt zich uit aan beide zijden van de taalgrens. Men vindt dan ook in Waals Haspengouw oude benamingen die kennelijk aan het Limburgs zijn ontleend; zoals er ook vele aardappelbenamingen in Limburg aan het Waals ontleend zijn. Als voorbeeld van deze laatste groep gelden niet alleen het woord patatten of de benaming walen, maar ook marjolaine, alfa en het bargoense pomme. Aan de andere kant, in Hesbaye, vindt men krugers, milords en edouards, bintjes en eigenheimers, magnum bonums en muizen (Zie Warnant 1949, 172-4). Industrie is een verkorting van industrie-aardappel, ook wel fabrieksaardappel genoemd, een soort die, in tegenstelling tot de consumptieaardappel, werd verwerkt tot aardappelmeel. De poolse industrie, na de tweede wereldoorlog ingevoerd, is een verbeterde kweek met aanmerkelijk meer opbrengst dan de vooroorlogse inlandse industrie. De thorbecke is zoɛn inlandse industrie. Candael, in candaelse aardappelen, is een zuidelijke familienaam. Wreed, in wrede schillen en dergelijke, betekent plaatselijk zoveel als ruw, grof, gekerfd. De indeling is geschied naar verwante woordtypen, zonder te letten op daadwerkelijke verschillen in ras en/of verbouwing. De volgende indeling is gebruikt: kleur: blauw - geel - groen - rood - rose - wit; eigenschap: bloem - bol - muis - oog - plat; andere benoemingsmotieven: eersteling - eigenheimer - industrie - milord - diversen. Combinaties van kleur - eigenschap en kleur - andere benoemingsmotieven zijn in de soortnamen mogelijk. In die gevallen is het kernelement bepalend voor de plaats in de indeling. Door middel van het register kan men een andere ordening aan het materiaal geven; zie bij voorbeeld WBD.I, aflevering 8, blz. 1444. [N 12, 1; A 23, 17b; Lu 1, 17b; monogr.; add. uit materiaal van het lemma AARDAPPEL] I-5
oude man bejaarde: bejaarde (Heel), bejaardje (Heel), oud mens: aoje mins (Heel), oude knoer: aojə knoeər (Heel), oude man: einen oaje manne (Heel), oude mens: eine oaje mins (Heel), oudere: aojere (Heel), oudere mens: eine aojere mins (Heel) iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oude [een ~ man] [SGV (1914)] || oude man [ouken, ouderling, oude paai, peke, pee, knar] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-1
oude mens bejaarde: bejaarde (Heel, ... ), bejaardje (Heel, ... ), oude mens: aoje mins (Heel), oudere: aojere (Heel, ... ), oudere mens: ein aojere mins (Heel, ... ) oude man [N 102 (1998)] || oude vrouw [N 102 (1998)] III-3-1
oude vrouw oude meun: aoj mēūn (Heel), oude vrouw: aoj vrouw (Heel), aoje vrouw (Heel) iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oude vrouw [N 102 (1998)] || oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-1
oudejaarsavond oud in nieuw: aod en noew (Heel), oudjaarsavond: aodjaorsaovendj (Heel, ... ) De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] || Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2
oudejaarsdag oudjaar: aodjaor (Heel), oudjaarsdag: aodjaorsdaag (Heel) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || 31 december, H. Silvester. [N 96C (1989)] III-3-2
ouden van dagen bejaarden: bejaardje (Heel), ouden: diej aoje (Heel), ouderen: aojeren (Heel) ouden van dagen [N 102 (1998)] III-3-1
ouders ouders: aojers (Heel), oajers (Heel), ja  tojers (Heel) ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ouderwets ouderwets: oajerwèts (Heel) ouderwets [SGV (1914)] III-1-3
overall overall: yǝvǝral (Heel) Uit één stuk vervaardigd werkpak van witte katoen dat de schilder ter bescherming over zijn gewone kleding aantrekt. [N 67, 100c] II-9