20676 |
room |
room:
roum (L328p Heel, ...
L328p Heel),
rǫu̯m (L328p Heel)
|
Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [DC 39 (1965)], [SGV (1914)]
I-11, III-2-3
|
19588 |
roompot |
roompot:
rǫu̯mpot (L328p Heel)
|
Stenen pot waarin men de room bewaart. [N 12, 59; A 7, 15; JG 1d, 2c; monogr.]
I-11
|
34243 |
roomschotel |
baar:
bār (L328p Heel)
|
Aarden schotel waarin men de versgemolken melk enige tijd laat staan, totdat de room bovendrijft. Vergelijk ook het lemma ''aarden pot'' in wld II.8, blz. 25-26. [N 12, 60; JG 1c, 2c; add. uit N 5A (I]
I-11
|
20084 |
roos (rosa) |
roos:
roeas (L328p Heel)
|
roos [SGV (1914)]
III-2-1
|
22426 |
roos van de schietschijf |
roos:
ruəs (L328p Heel)
|
De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20537 |
roosteren |
roosteren:
ruuwéstərə (L328p Heel)
|
roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
30662 |
roostertje |
afdruiprooster:
āf˱drȳpryǝstǝr (L328p Heel)
|
Afdruiproostertje op het verfbakje dat wordt gebruikt om de verf regelmatig over de verfrol te verdelen. [N 67, 46c]
II-9
|
33923 |
roskammen |
rossen:
rǫsǝ (L328p Heel)
|
Met borstel en kam - zie het volgende lemma - reinigen. [N 8, 102]
I-9
|
20955 |
rot |
rot:
WLD
ròt (L328p Heel)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33534 |
rot, van fruit |
rot:
WLD
ròt (L328p Heel)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
I-7
|