e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schroeien schroeien: šryi̯ə (Heel) schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schroeven schroeven: šruvǝ (Heel) Iets met schroeven bevestigen. [N 53, 153a; monogr.] II-12
schroevendraaier schroevendraaier: šrūvǝdrɛjǝr (Heel) Werktuig om schroeven vast en los te draaien. Zie ook afb. 90. [N 53, 134; monogr.] II-12
schrokken schransen: sjrànzə (Heel), schrokken: sjrokke (Heel), slobberen: sjlōēbərə (Heel) gulzig; Hoe noemt U: Snel en onmatig in het verorberen van voedsel of drank; schrokachtig (gulzig, gruizig, vratig, slokachtig) [N 80 (1980)] || schrokken [SGV (1914)] || schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] III-2-3
schub schub: WLD  sjöb (Heel) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter bleu: bluuö (Heel) bloode [SGV (1914)] III-1-4
schuier borstel: bøstəl (Heel, ... ), klederborstel: kleͅi̯ərbøstəl (Heel) stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1
schuifdrilboor drilboor: drelbūǝr (Heel) Handboor voor het boren van kleine gaatjes in hout of triplex. De schuifdrilboor wordt in beweging gezet door het op en neer bewegen van een klos met inwendige spiraalrug over een daarin passende boorspil met spiraalgroef. Het werktuig wordt op het werkstuk gedrukt door met de hand of de borst te duwen op de houten knop die zich aan de bovenzijde van het werktuig bevindt. Zie ook afb. 83. [N 53, 170a] II-12
schuifgrendel schoude: sjaw (Heel), schuif: schui:f (Heel) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1
schuifje van de biechtstoel deurtje: dø͂ͅrkə (Heel), luikje: luukske (Heel) Het afsluitbare traliewerk, de schuif in de biechtstoel. [N 96A (1989)] III-3-3