22841 |
spel (alg.) |
spel:
speel (L328p Heel)
|
spel [SGV (1914)]
III-3-2
|
18390 |
speld |
spang:
spaŋ (L328p Heel)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
speele (L328p Heel),
spele (L328p Heel)
|
Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)] || spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
22327 |
spelletje |
partijtje:
pərtīkə (L328p Heel)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20165 |
spenen |
spenen:
sjpeenə (L328p Heel),
špiǝnǝ (L328p Heel)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] || spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)]
I-9, III-2-2
|
17719 |
sperma |
sperma:
sjpèrmae (L328p Heel)
|
Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
20535 |
spetteren |
springen:
sjpringə (L328p Heel)
|
sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
31980 |
speunmal |
afschrijfmal:
āfšrīfmal (L328p Heel)
|
Mal waarmee speunen op de zijkant van een deur kunnen worden afgeschreven. Een speun is een soort scharnier die vooral bij kleine deuren wordt aangebracht. Zie ook afb. 106 en het lemma ɛspeunɛ in Wld II.9, pag. 138. Het werken met de speunmal werd in L 387 afkruisen (āfkrȳtsǝ) genoemd.' [N 53, 196b]
II-12
|
19804 |
spiegel |
spiegel:
speegel (L328p Heel)
|
spiegel [SGV (1914)]
III-2-1
|
30778 |
spiegelglas |
spiegelglas:
špēgǝlglās (L328p Heel)
|
Gegoten glas dat door slijpen en polijsten geheel doorzichtig is geworden. Spiegelglas kan in grote diktes en afmetingen geleverd worden en wordt vooral voor winkelruiten gebruikt. [N 67, 89g]
II-9
|